Nevtr dulL Htoment (vervolg) Jaap de Vries DWANGARBEID OF ONDERDUIKEN Het was een ander geval met mijn toekomstige zwager, Leo Gladpootjes. Negentienjarige Leo en zijn familie waren evacués uit Den Helder en woonden nu in de Groote Keeten. Leo had Iet ontmoet in de jeugdvereniging en was ver liefd op haar geworden Leo's charme maak te ook nogal een indruk op Iet. Zodoende had het stel vaste verkering tegen de tijd dat Leo voor dwangarbeid werd opgeroepen. Leo besloot om onder te duiken, maar het was nogal riskant om in de buurt van Callantsoog te blijven. Daarom boden Zus en Arend hem onderdak aan. De Lieberg was vanaf het be gin van de bezetting onder Duitse controle geweest en om die reden dacht Arend dat ze daar niet zo gauw naar onderduikers zouden zoeken. Arend zelf werd op de Lieberg onmis baar geacht en had vrijstelling gekregen van dwangarbeid. Het bleek dat het in het Gooi niet zo veilig was als zij hadden gehoopt. Zoals overal in het land begonnen de Duitsers ook huiszoekin gen te doen in de buurt van de Lieberg en er was geen garantie dat ze er daar aan zouden ontkomen. Voor de zekerheid maakten Leo en Arend een ondergrondse schuilplaats in het bos, ongeveer vijftig meter vanaf het huis. Een luik, gecamoufleerd met mos en dode blade ren, gaf toegang tot de schuilplaats. Elke be zoeker aan de Lieberg (gewenst of ongewenst) kon worden waargenomen vanaf het moment dat hij of zij het toegangshek binnenkwam, hetgeen Leo genoeg tijd gaf om via de achter deur naar zijn schuilplaats te rennen. Het is me niet bekend of dat ooit nodig is geweest. Het toenemende aantal onderduikers cre- eerde een rijke bron voor het verwerven van leden voor de Verzetsbeweging hoe langer de oorlog duurde hoe sterker het verzet werd. Sabotage tegen de bezetters was aan de orde van de dag, vaak met verschrikkelijke gevol gen wanneer de Duitsers represaille namen. DE FIETSENJACHT Zoals de meeste dingen, nieuwe fietsen waren schaars in de oorlog. Zodoende onderhield een ieder zijn fiets zo goed mogelijk, hopende dat die tot het einde van de bezetting berijd baar zou blijven. Het grootste probleem was het feit dat de banden sleten en dat nieuwe luchtbanden alleen maar op de zwarte markt voor veel geld verkrijgbaar waren. Als gevolg experimenteerden velen met massieve ban den, gemaakt van oude autobanden, tuinslan gen of zelfs houten banden. Sommigen gaven de strijd op en reden gewoon op de velgen, hetgeen niet al te best voor de fiets was. Hoe dan ook, het fietsen werd steeds minder aan trekkelijk en kostte veel energie. In het begin van de oorlog werd ook ik de trotse eigenaar van een fiets. Met grote vernuf tigheid had ik mijn rijwiel samengesteld uit oude roestige onderdelen die ik op de vuilnis belt had gevonden. Helaas ontbraken de ban den nog, omdat niemand zo gek was die weg te gooien totdat ze tot op de draad waren ver sleten en ze zelfs voor mij onbruikbaar waren geworden. Gelukkig vond ik een rubber slang die lang genoeg was om er twee fietsbanden van te maken. Ilc sneed de slang in de juiste lengten en verbond de uiteinden van elk deel aan elkaar met ijzerdraad. Deze verbindingen waren het grootste probleem ze veroorzaak ten een naar gescholc tijdens het rijden. Ongeveer een jaar na de invasie kondigden de Duitsers aan dat iedereen zijn of haar fiets moest inleveren, tenzij men aan kon tonen dat die niet gemist kon worden. In zo'n zeldzaam geval werd een vergunning aan de betreffende persoon uitgereikt. Het was duidelijk dat de meesten geen gehoor gaven aan het bevel en liever hun fietsen verborgen dan die aan de Duitsers te geven. Maar het bleef een risico dat de Duitsers een fiets vorderden wanneer die zonder vergunning werd bereden. Omdat het resultaat van het bevel zeer teleur stellend voor de Duitsers was, organiseerden zij huiszoekingen en namen elke fiets die ze konden vinden in beslag. Aanvankelijk had den weinig mensen de moeite genomen om Gelukkig was ik nog te jong voor dwangarbeid, maar mijn broer Gert, die achttien was, werd opge roepen. We waren nogal verbaasd toen hij zich bereid vond om naar Duitsland te gaan en besloot zich aan te melden. Bi vermoed dat zijn besluit meer te maken had met een drang naar avontuur dan de angst om als onderduiker te worden gepakt. -44.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2006 | | pagina 4