Het benodigde zand werd volgens het bestek in 1856 aangevoerd van de hooger liggende dui nen en nollen bezuiden en benoorden het dorp en van de binnennollen, liggende tusschen het dorp en den Jewel-Polder. Ook wordt in dit bestek vermeld: Op de bestektekening opgenomen 12 maart 1850, door C. van der Sterr wordt de te ma ken breedte ook al aangegeven op 50 el voor het verzwaren van de dijk in 1850. Op deze tekening staat ook ingetekend het Diaconie Armenhuis met een pad naar het strand. Ook staat er op vermeld 'Het landje van Jb. Mooy'. Op deze tekening is een lijn aangegeven waar op de buitenteen van het duin lag in 1838. De naam Jb. Mooi (nu anders geschreven) ko men we weer tegen op de bestektekeningen Het werk zal bestaan in: a. het verzwaren van den Zanddijk vóór het dorp Callantsoog, tot eene breedte van 50 ellen, op de kruin gemeten, en eene hoogte van 5 el boven het peil van volzee, en b. in het beplanten van stroo, van het te verzwaren gedeelte des dijks en der daarbij raauw gemaak te duinen en vlakke plaatsen. Het stroo moet zijn gezuiverd nieuw tarwe- of rog- ge-stroo, van het laatste gewas, ongekrenkt, droog en stijf, niet verweerd, verouderd, verstikt noch ver- broeid. - 50.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2006 | | pagina 10