Brandstof voor automobielen moest er ook
komen, dus een benzinepomp liet niet lang
op zich wachten.
Uit het gemeentearchief Callantsoog:
Hij begon met het rijden van 'marktdiensten'.
De donderdagen naar Schagen, de vrijdagen
naar Alkmaar. De boeren werden opgehaald
uit de omgeving, onder andere uit de polder
Koegras.
Uit het gemeentearchief 1 september 1927:
Het vervoer geschiedde met een 12-persoons
T-Ford bus. De zaken liepen lekker en al gauw
kon hij een tweede bus bemachtigen in Oud
karspel bij de firma Kok en Tuinman. In de ja
ren die volgden kreeg hij busdienstconcessies
van Gedeputeerde Staten, eerst voor de route
Schagen - Schagerbrug - Callantsoog - Julia-
nadorp - Den Helder vice versa en later ook
de route heen en terug Callantsoog - 't Zand
- Den Helder. Voor de laatste vroeg hij tijdens
een raadsvergadering in Den Helder op 28
mei 1928 subsidie aan. De gemeente ging ak
koord met het éénmalig uit te betalen bedrag
van 500 gulden. De Helderse neringdoenden
zagen ook het belang in van de busdienst en
de Winkeliers Vereniging besloot eveneens tot
een bijdrage van 100 gulden per jaar. In mei
1929 nam hij de busdienst Schagen-Callants-
oog-Schagen over van P. Deutelcom. En kreeg
van de gemeente Callantsoog een tegemoetko
ming van 300 gulden.
De techniek stond niet stil, er kwamen grotere
en betere bussen uit de fabrieken rollen.
Het wagenpark werd uitgebreid met twee
Ford bussen met 2
of 3 versnellingen
en zitplaatsen voor
14 passagiers. Daar
na een Citroen,
geschikt om 24
mensen mee te ver
voeren; in de Repu
bliek konden er 23
mee evenals in de
Dion Button. (Op de
voorkant van de Clock
is op de onderste foto
dit bussenbezit ten
toon gesteld.) Een
later voertuig dat
wel 27 passagiers
meenam, was een
samengesteld 'mo
del' van de carrosserie van de inmiddels aar
dig versleten Dion Button en een nieuwer on
derstel van een Ford V8. Deze assemblee werd
vertroeteld door zoon Jaap. En er reden na ver
loop van tijd ook nog eens twee vrachtwagens
rond om de melk op te halen bij de boeren.
Om al dat rijdend materieel onderdak te ver
schaffen en aan de gang te houden verrees
in de jaren '29/30 een tweede dubbele garage
met grotere smeerlcuil. De groep chauffeurs
groeide mee bij elke nieuwe busaanschaf. Arie
Wijngaard en Willem Zwaan waren in vaste
dienst. De Texelse smidsknecht viel regelma
tig in, net als de Keetemers Jo Beun en Jacob
van Scheijen, broer van Jan.
Archief van Kees:
Helaas brak de crisistijd aan, de verdiensten
liepen terug, de kosten stegen. Veel werkeloos
heid, haast geen klanten terwijl de bus wél
driemaal daags pendelde tussen Callantsoog
en Den Helder. Gemiddeld telde de dagop
brengst 2 gulden 50 per bus. De rijtijden vie-
Aanvraag vergunning 25 maart 1927. De American
Petroleum Company te 's-Gravenhage vraagt ver
gunning tot het oprichten van een ondergrondsche
benzinebewaarplaats gelegen te Groote Keeten.
Jan van Scheijen met de eerste twee bussen. De benzi
nepomp is al in gebruik.
Met het oog op de ontwikkeling van Callantsoog als
badplaats wordt geacht dat de autobusdienst ook
Zaterdags functioneert.
J. Schilder, Bennebroek. Als je langs de route woonde
en je moest mee stak je gewoon je hand op en dan
stopte de bus om je op te pikken. Bij de boeren langs
de route was hij een soort klok, kwam de bus langs
dan was het etenstijd of meikerstijd.
-25.-