Keerse-K/ (october 1899 Op un middag dat we geen skool hadde, stuur de Moeder ons na strand om brandhout te ha len. Er was pas puur un sturm weest, zodat er nogal wat drift lag en dan had je gauw een zak vol hout. Dat we op strand kwamme, hadde we al gauw deur, dat ze ons voor weest ware. In de verte zagen we iemand in 't drift rooien. Dat we dichter bai kwamme, zage we dat het Simon van Marleen was. We gingen na de zeekant, 't was laag water. Ik zai nog teugen main broer Jan: "t Is net of ik een rob met z'n kop boven water uit zie lcomme." Toen we verderop kwamme, zagen we niks meer. We liepen nog zo'n kleine honderd meter verder om dan naar de duinrand te gaan en onwillekeurig lcailcen we olc achterom en toen zage we een kissie drijven, 't Kwam niet he- legaar op strand. We liepen as de weerlicht terug, 't Lag precies teugenover daar waar Piet Vos Jbz.. Simon van Marken an 't houtjes zoeken was. We waren er algauw bai, maar 't kissie wou helemaal niet op strand lcomme, zodat ik het besluit nam main lcouse uit te gooien en 't wa ter in te stappe. We hadde wel deur dat 't un vol kissie was. Ilc kantelde 't un keer of wat om, zodat het op het droge kwam te leggen, 't Was zowat 40 cm in 't vierkant. Nou was er un klein hoekie van 't kissie afbrolcen en kwam er groen papier te voorslcain. We zaide teugen mekaar: "As er nou maar gien kruit in zit." Erg verzichtig deden we 't in de zak. Jan gaf de zak op m'n reg en ik er mee na huis toe. Met 't ent in de bek kwam ik ermee thuis. Heel verzich tig liet ik de zak van main reg afglissen. Moeder had het er olc niet erg op. Dat groene papier stond er niet erg an. Dus verzichtig wist ik er een paar plankjes af te lcraigen en toen kwam de aap uit de mouw in de gedaante van lceersen van 30 cm lang. Twaalf palclce van 12 stuks, dus 144 lceersen! 't Liep teugen de winter, zodoende kon er 's ijvens een lceers op de lcoegang brande. We hadde toen nog maar ien koe op stal. Die zal weleres docht hewwe, wat is die lcarsteit (kerst tijd) hier lang, want begin Maart kon moeder pas de leste lceers anstelce. So af en toe brocht het jutte nog weieens wat op. -38.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2006 | | pagina 18