Nex/er ca dull ncoment (wwiq) Jacob de Vries DE MOFFEN BEZETTEN ONS LAND Nadat de Duitsers Tsjecho-Slowakije hadden geannexeerd vielen ze Polen binnen. Veel Eu ropese landen, met inbegrip van Nederland, waren zich bewust dat zij vervolgens door Hitler's troepen zouden kunnen worden aan gevallen. In voorbereiding op een mogelijke invasie mobiliseerde Nederland het leger. Plotseling verschenen er ook in Callantsoog militairen. Omdat we ons weinig bewust wa ren van de ernst van de situatie begon voor mij en m'n vrienden een enerverende tijd. We hingen wat rond bij de barakken en pro beerden vriendschap met onze verdedigers te sluiten. Mijn zusters Annie en Iet waren toen tegen de twintig en de soldaten sjansten met ze, hetgeen in een paar gevallen tot korte ro mances leidde. Ondanks de dreigingen die boven ons hoofd hingen leek iedereen ontspannen en opge ruimd niemand wilde geloven dat Neder land bij Hitler's oorlog betrokken zou kunnen raken. Maar nadat de Duitsers Noorwegen en Denemarken binnen waren gevallen begon het er naar uit te zien dat wij niet zouden wor den gespaard (zoals het geval tijdens de eerste wereldoorlog was geweest). Spoedig werd het duidelijk dat ook wij aan Hitler's veroverzucht ten prooi zouden val len. Op 10 mei begonnen Duitse bommen werpers hun dodelijke lading op Nederlandse vliegvelden te deponeren en schakelden onze luchtmacht in een mum van tijd uit. Tegelij kertijd kwamen tanks over de grens rollen en ons armzalig legertje had niet de minste kans om ze te stoppen. Om hun heldenmoed te demonstreren vochten ze nog vijf dagen tegen de Duitse overmacht, waardoor er aan beide kanten een onvoorstelbare verspilling aan mensenlevens werd veroorzaakt. De enige troost was dat er meer Duitsers dan Nederlan ders waren gesneuveld. Daarna zwermden de overwinnaars over ons hele land uit binnen enkele dagen hoorden we ze 'Deutschland, Deutschland, tiber Alles' zingen. Iedereen en alles was in oproer. De Koninklijke familie was intussen al gevlucht en de Fascisten namen de regering over. Ik was nog te jong om precies te begrijpen wat er aan de hand was maar we namen waar dat de Nederlandse soldaten uit Callantsoog verdwenen en dat er Moffen voor in de plaats kwamen. Vanzelfsprekend waren m'n vriendjes en ik uiterst nieuwsgierig en we waagden het er op om bij de barakken rond te neuzen. Tot onze verbazing waren de Duitse soldaten helemaal niet zo schurkachtig als we ons hadden voorgesteld ze begroetten ons vriendelijk en boden ons zelfs lekkernijen aan. Tijdens die eerste paar weken van de bezetting gebeurde er niets verschrikkelijks, tenminste niet in Callantsoog. Onze bezetters gedroegen zich als redelijke mensen. De kranten, die nu onder strikte censuur van het nieuwe regiem stonden, schreven uiteraard niets negatiefs of controversieel over de nazi's of de waarden waar ze voor stonden. Alles zag er naar uit dat we als mede-Ariërs een geweldige toekomst te gemoet zouden gaan. De eerste onplezierige ervaring kwam toen de Moffen ons schoolgebouw bezetten. Wij moes ten naar de kerk verhuizen, het enige gebouw in het dorp dat groot genoeg was om alle leer lingen te huisvesten. Wat kerkdiensten betrof ging er weinig verloren Callantsoog was één van de minst godsdienstige plaatsen in het hele land. In alle haast werden schotjes opgetrokken die drie klaslokalen vormden. De schotjes waren twee meter hoog en dienden alleen maar als visuele scheidingen, met het gevolg dat we alles konden horen wat er in de andere klas lokalen werd onderwezen. Natuurlijk was het bijna niet mogelijk om ons op ons eigen werk te concentreren. Vijftien km ten noorden van Callantsoog was een belangrijke marinebasis in de stad Den Helder. Nadat de Duitsers de basis in beslag hadden genomen werd Den Helder een gezocht doelwit voor Engelse luchtaanvallen, hetgeen een aantal slachtoffers kostte en aanzienlij ke schade teweegbracht. Als gevolg ging een Behalve de enkele jaarlijkse gebeurtenissen was het leven in Callantsoog niet erg opwindend tijdens de vooroorlogse jaren. Die toestand veranderde dramatisch toen de Duitsers hun veroveringswoede begonnen bot te vieren. -12.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2006 | | pagina 14