Voetbalclub
Callojitsooa
Ahko 1910
op Engeland stond afgestemd. Omdat er nooit
iets vreselijks gebeurde werden we al gemak-
zuchtiger. Ieder kreeg een wapen toegewezen
en om het uitzoeken gemakkelijker te maken
hadden we er kaartjes aangehangen met de
namen van de toekomstige gebruiker erop!!
Het snoer van de radio bleef op den duur ge
woon in de kamer liggen in plaats van achter
het schot. Kwamen er op zekere dag een paar
Duitsers huiszoeking houden. Dat was zweten
geblazen! Maar ze zagen dat snoer niet. In elk
geval kwam er geen commentaar op.
We moesten ons bekwamen in de wapenhan
del en met wapens om leren gaan. Dat vond
plaats op de zolder bij de familie Zipp. Het
huis stond aan het eind van de Jeweldijk, mid
den in het land. Toen nog met vrij zicht naar
alle kanten. Bij onraad renden we gebukt door
de sloten langs de boerderij van Paarlberg en
vervolgens de Zijperdijk over richting 't Zand.
Meneer Jonkman was ex-korporaal van de Ma
riniers en gaf ons onderricht. Standaard was
de Stengun, een heel onbetrouwbaar ding.
Een licht machinegeweer, de Brengun, deed
het prima. Er waren Remmingtonpistolen van
de Chicago Police. Geweldig stoer door het
grote formaat, uitstekende wapens. Neder
landse wapens kwamen ook aan bod. Over het
algemeen gestolen bij de politie en de Mare
chaussee of uit de voorraad gedumpt spul van
het leger.
De Duitse troepen stonden onder grote druk
en werden steeds gemener. Alles wat van hun
gading was pikten ze in, laadden het op en
voerden het af. Op zekere dag deden ze maar
weer eens een rondje fietsenvorderen in Cal-
lantsoog en de omliggende dorpen. Met volle
laadbak ging het richting Schagerbrug. Daar
werd de buit opgeslagen in een grote loods en
er bleek geen bewaking te zijn. Toen wij dat te
horen kregen, besloot Jan Vos dat we zelf ook
maar eens fietsen gingen stelen.
In de nacht braken we de loods open, laadden
de fietsen op een platte schuit en voeren stil
letjes door de Grote Sloot naar de boerderij
van de familie Bruin in Burgerbrug om ze er
te verstoppen. Wij daar op een ladder in de
weer met het omhoog takelen van een stuk of
veertig rijwielen zodat ze uit zicht op de hooi
zolder kwamen te liggen.
Het ongeluk wilde dat de onderduiker aldaar
brand veroorzaakte door het roken van een
saffie in de bedstee op de koegang. Het werd
een grote, uitslaande brand waar de brand
weer aan te pas kwam. Linke boel met een
NSB-er als commandant. Op een zeker mo
ment zei Jan Bruin: "Brandmeester, het zalcie
is geblust." De commandant wilde echter zelf
op de ladder naar de hooizolder om te contro
leren. "Nee, dat hoeft niet. Heb ik al gedaan.
Bovendien is de ladder flink verkoold en de
sporten onbetrouwbaar geworden. Alleen ik
weet waar ik precies m'n voeten moet zetten
om er niet door te zakken. Ilc teken wel voor
'alle gevaar geweken' op uw formulier," kwam
Jan weer uit de hoek. En tot zijn grote opluch
ting nam hij er genoegen mee. Zo bleven de
onderduiker en de fietsen gespaard. In de loop
van de tijd zorgde het verzet dat de rijwielen
bij mensen terecht kwamen die ze heel goed
konden gebruiken. Niemand van onze groep
raakte in de problemen of kwam om. Ook heb
ben we nooit een aanslag op iemand hoeven
plegen.
Het verhaal van de bevrijding daarna heb ik al
in Clock nummer 1 jaargang 7 beschreven.
Uit het fotoalbum van mw. Schmidt-
Baken kwam deze foto te voorschijn.
We zien op de bovenste rij v.l.n.r.: Thijs
Schmidt, Klaas Baken, Jan Prins, Jan van
Scheijen, Arie Breed, Klaas Hollander, Cees
van Twuijver. De middelste rijJan Vos,
Piet Weij, Jan Korteland. De onderste rij:
Jan Weij, Meindert de Haan, Gerbrand
Kruit.
-67.-