zicht hadden op het boerenerf en in de verte
nog een stukje weiland? Nee, zo was het niet.
De boer zette in de herfst een schot voor het
raam, want anders konden de jonge beesten
het glas gemakkelijk stukstoten.
In het voorjaar, als het vee naar de wei ver
huisde, nam de boerin het vertrek in bezit.
Ze ging zich dan bemoeien met het maken
van kaas. Het staltje was daarvoor een goede
ruimte. Als de boer het raamschot naar zolder
had gebracht, kwam er weer veel licht naar
binnen en omdat er ook een schoorsteen met
daaronder een vuurduvel aanwezig was, kon
de boerin het water en de melk warmen.
Omstreeks 1900 kwamen er zuivelfabriekjes
en hield het zelfkazen op. Het staltje werd
voortaan gebruikt als zomerwoning. Gezellig
woonde het hele gezin met knecht en meid
daar dan.
Als de herfst naderde en de koeien weer op
stal kwamen, verhuisde de hele familie terug
naar de mooie voorkamer.
In de Groote Keeten in 1910.
Zie de Clock jaargang 15, no. 2
in de koes heeft geslapen. Dat was praktisch,
want vanuit zijn bed kon hij de koeien in de ga
ten houden en hulp bieden als dat nodig was.
Bijvoorbeeld bij de geboorte van een kalfje.
's Winters kon het in de koes aangenaam
warm zijn. Maar 's zomers was het er on
draaglijk heet. Tevens bracht het verse hooi
hooimijten met zich mee, die voor een nare
jeuk zorgden.
De blauw geschilderde deur van de vroegere
koes is er nog. De koes zelf is verdwenen. Op
de achterzijde van het hooischot hangen fo
to's van historische reddingboten.
Zo ontdek je toch telkens weer dingen, die
vroegere tijden doen herleven. Het is de moei
te waard op die dingen te letten.
HET STALTJE
Wat is onze museumboerderij 'Tante Jaantje'
toch een prachtig voorbeeld, hoe een vroegere
stolpboerderij er ooit heeft uitgezien en hoe
er in gewerkt werd. Nu gaan we eens kijken
naar de ruimte tussen de koestal en de dars.
Daar hebben in de winter de jonge koeien
(pinken) gestaan. Waarom dat grote raam aan
de noordkant er dan ingezet? Ten gerieve van
deze pinken? Opdat de beesten een goed uit-
-83.-