vaat MuteuMboercLerij tantes laumties Maar daarvoor moet er wel een echte boer in gewoond hebben. Zijn stal heeft vol gestaan met koeien, acht stuks. Of hij het boerderijtje heeft laten bouwen is niet bekend. Toch is het wel waarschijnlijk dat hij een knecht had, die Wirn Lastdrager HET DEURTJE IN DE SCHOORSTEEN Het verhaal dat bij die deurtjes hoort, is het schoon te schrobben. Het gezin had de winter volgende. weer overleefd. Niet te veel, want de winter duurde vroeger lang en was koud. Met de melk van de paar koeien en brood van de bakker (ruilen voor vlees) wachtte het gezin op het voorjaar. Dan was er zo hier en daar weer werk voor vader Jacob en zijn oudste zoons. Moeder Grietje en een paar meisjes dreven de koeien naar het land en begonnen de stal Iedere boerderij had op zijn erf wel een varken lopen. Dat leefde van het afval van de keuken, zowel van onze boerderij als van die van de buren. In oktober als het varken dik en vet was, kwam de slager het beest slachten. Dat leverde een flinke voorraad vlees op. Te veel 0111 in een korte tijd te consumeren. Een klein deel werd gekookt en in schalen onder het vet bewaard. Het overige werd gezouten en in de schoorsteen opgehangen. Daartoe waren in het rookkanaal een paar stevige ijzeren staven gemetseld en daaraan werden met een haak stukken ham of spek opgehangen. Het rook- deurtje ging dicht en de voorraad werd ge rookt. In onze museumboerderij zit in beide schoorstenen een rookdeurtje. Op iedere deur een behoorlijk hangslot. De boer had de sleu tel in zijn zak en wanneer de boerin het nodig oordeelde, sneed hij een deel van de voorraad af. DE KOES Vervolgens wil ik de bezoekers attent maken op een deur in het hooischot dat de stal scheidde van het vierkant. Achter die deur is een kleine ruimte geweest. Van strandhout was daar een soort bedstee getimmerd. Hierin een strozak en een dak op de drie schotten. Het hooi dat in de zomer in het vierkant werd gebracht, kwam tegen en op het hokje te lig gen. Dit werd de koes (afgeleid van koets) genoemd. Het was de plaats waar de knecht sliep. Of er in de boerderij veel gebruik van gemaakt is, weet ik niet. Jacob Vos en zijn vrouw Griet je kwamen in de boerderij wonen in 1895. De moeder van Jacob woonde voor 1895 daar al leen. Ze had geen koeien. De koes in hoeve Oranje Vrijstaat Hoe oud is de museumboerderij Tante Jaantje? We weten het niet zeker. Maar we denken wel ander halve eeuw. Tot deze conclusie komen we, omdat we dingen tegenkomen die eeuwenoud zijn. Neem de deurtjes in de beide schoorstenen. Als je op de zolder staat kun je er bij. -82.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2005 | | pagina 18