ven. Naast die trap was een deur, die toegang gaf tot een kelderkast, op stahoogte, met een raampje. Als je de kamer binnenkwam, had je direct links een grote smeedijzeren kachel staan, vervolgens een lichtgroen buffet met het door geefluik naar de keuken. In de kamer stond rechts een bureau voor het zijraam en kon je, als je rechtdoor liep, via een tuindeur op het roodbetegelde terras komen. Tegenover het buffet stond een tafel met zes stoelen en iets verder had je het zitgedeelte, bestaande uit een lage tafel met daar omheen drie langgerekte banken, grenzend aan een aantal buitenramen. Onder de lange zitban ken had je onder de klep vrij veel ruimte om boeken en speelgoed op te bergen. Als je via de trap naar boven liep, kwam je op een ruime overloop terecht. Direct links had je een kleine slaapkamer met een beetje uitzicht op zee. Hier sliep mijn oudste broer. Daarnaast was een grote slaapkamer met een vaste wastafel, waar mijn ouders sliepen en recht tegenover de trap een kleinere slaapka mer, waar mijn middelste broer en ik sliepen. In het plafond van de overloop bevond zich een luik met daarboven de vliering. Hoewel nieuwsgierig, ben ik daar nooit op geweest. Het huis had veel ramen. In de woonkamer aan drie kanten. Het was dan ook een licht vertrek met een mooi uitzicht over het hele dorpsplein. De zomers daar waren heerlijk om te wonen, maar tijdens het voor- en najaar en zeker in de koude winters van 1941 en 1942 was het er om te vernikkelen. Dan stonden de ijsbloe men op de ruiten, zeker in de slaapkamers. Dit ondanks de zakken houtblokken, die we van opa Piet Vos kregen, om de kachel in de kamer mee te stoken. Daar kregen we het dan redelijk warm. Ik herinner me, dat als we toen gingen schaatsen op het Zwanenwater, ik een korte broek droeg met over mijn knieën een halve kous. Dit om de kou tegen te gaan, maar die drong door alles heen. Kleding was toen moeilijk te krijgen, alles was op de bon (distri butiebonnen). Wat is lokale-, of centrale ver warming van nu (aardgas) dan heerlijk. In de zomer van 1942 moest binnen tien dagen in augustus het hele dorp worden ontruimd, in verband met de ontwikkeling van de Atlan- tik-wal'. Alle houten zomerwoningen werden afgebroken en weer opgebouwd en ontstond het dorpje Hollywood. Een groot aantal dorpe lingen kon daar terecht. Er was zelfs een schooltje, een postkantoortje en een gemeentehuis. De overige dorpelingen en vluchtelingen moesten hun heil maar zien te zoeken in de wijde omgeving. Ik denk daar bij onder andere aan Schagen, Anna Paulowna en Alkmaar. Een jaar later ging het in het lege dorp mis. Door een enorme explosie van het munitie-de- pot in het huis van de heer Kuiper, naast de ga rages van hotel Duinzicht, raakten de huizen op het duin en wijde omgeving zwaar bescha digd of lagen in puin. De resten, zo ook van de 'Groote Villa', werden op last van de bezetter in 1943 afgebroken om plaats te maken voor bunkers, die door een gangenstelsel onderling verbonden waren. De Atlantilc-wal' had toen de hoogste prioriteit om een eventuele geal lieerde aanval vanuit zee te kunnen keren. -29.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2005 | | pagina 5