HerüwerimjeMs grenscontrole. Volgens een medepassagier uit Limburg werd dat altijd zeer grondig gedaan door de SS, die met honden in en onder de trein hun werk deden. De moed zonk ons in de schoenen. Energie om nóg eens te vluchten hadden we niet meer. Werden we hier nou toch nog opgepakt? Wat denk je.... géén controle!! Aan de andere lcant van de grens in Venlo, moes ten we de conducteur in vertrouwen nemen. Hij matste ons met kaartjes naar Den Helder, waar we zonder problemen na een lange dag reizen, aankwamen. Het geluk was alweer aan onze zijde. Ik sliep een nacht bij mijn broer, die daar een stel smoezelige lakens aan overhield. De vol gende dag met de bus (firma Van Scheijen) naar huis. Een hele consternatie toen ik zo maar binnenstapte. Al met al was ik zeven weken weggeweest. Regelmatig werden er bommen gegooid en veel geschoten. Dit vanwege het draailicht dat vlak achter ons huis stond, op het land van Ten Boelcel, Ambuul of Kater. Erg veel Callantsogers verlieten 's nachts hun huis en haard. Vader zei: "Wij blijven in ons huis, hoe dichter bij het licht, hoe veiliger. De Engelsen gooien toch steeds mis, dus missen ze ons huis ook." Maar als er 's nachts bommen kwa men of geschoten werd, gingen we in de trap kast; ik onder een teil en dekens. Of dat hel pen zou! Ook werden er op een nacht brisant bommen gegooid. Alles vuur in de omgeving van het huis! In het land rond het licht stonden hoge palen met punten, vlak bij elkaar. Ik denk om para chutisten tegen te houden. Maar vader en opa Kooger dachten daar anders over. Zij dachten, die horen in de kachel en zij zaag den er af en toe één om. Die palen werden dan in ons kippenhok begraven. De trekzaag waarmee gezaagd werd staat nog bij mij in de berging. Toen wij Callantsoog uitgeschopt werden, gingen wij verhuizen, met opa en opoe Kooger, naar de bollenschuur van Zonneveld en Phillipo, nu het grote bollenbe- drijf tussen het Zwanenwater en de Stolpen. We woonden in het boetje van opa Kooger en sliepen bij de buren. Maar de palen gingen mee en werden daar weer in de grond gestopt. Later gingen opa en opoe naar Holly wood en wij naar Schagerbrug. De palen wer den verdeeld en later opgestookt. Vader ging in Schagerbrug verschillende ke ren op 'rooftocht' naar de Ruigeweg bij het Buurtje, want de houtvoorraad moest aange vuld worden. Enkele keren gebeurde e.e.a. samen met Gerbrand Kruit, die ook verhuisd was naar Schagerbrug. Het wemelde in de Ruigeweg van de Duitsers, maar alles liep steeds goed af. Wat mij erg goed bijgebleven is, is dat op 15 februari 1941 een tweemotorige Armstrong Withworth Whitley bommenwerper neerge schoten werd. Hij stortte in het Zwanenwater. Het vliegtuig werd neergeschoten door Oblt. Zur Lippe-Weissenfeld. Alle vijf bemannings leden kwamen om, waaronder Sgt. Howard Shipley, tweede piloot. Ilc heb zomaar een beetje een band met deze man. Dat komt zo: omdat ik chef begraafplaatsen werd bij de ge meente Alkmaar en mijn kantoor op de Alge mene Begraafplaats aldaar had, kwam ik bij na dagelijks bij het graf van Howard Shipley. Bovendien had ik de eer om ongeveer 20 jaar lang, op 4 mei, de burgemeesters en mensen van het verzet te mogen begeleiden naar het graf (er zijn nog twee graven). Er was dan een kranslegging. Altijd een indrukwekkende ge beurtenis. Vooral als je weet dat één van hen zo dichtbij je huis omgekomen is. Dit is een gedeelte waarover ik zelf twijfel of het gepubliceerd moet worden. Temeer om dat er door vader en moeder, en dus ook door mij, nooit over gesproken is. Toch voel ik de behoefte om het neer te pennen. Ik zal een poging doen om alles te herinneren. Ilc was 10 jaar. Het gebeurde op Oudejaarsavond 1944. Wij waren bij opa en opoe Keeten, zo noemde ik deze, het waren de vader en moeder van mijn vader, op visite geweest. Daarna gingen we naar Hollywood, waar opa en opoe Kooger woonden. Opoe was die dag, dus 31 decem ber, jarig. In spertijd, dus te laat, gingen we op Schagerbrug aan. Onderweg op de Zuid Schinlceldijlc, het stukje tussen de twee boch- Arie Bakker Voordat wij Callantsoog moesten verlaten, woonden wij (Cor Bakker, Aaltje Kooger en Arie) aan de Abbestederweg. -7.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2005 | | pagina 9