Voor mij was dat reden om ze maar te kopië ren. Het grote probleem is dat ik ze niet meer kan vinden. Tot overmaat van ramp heeft een overijverige ambtenaar (die zijn er) het ar chief geschoond en is er niets meer van terug te vinden. Het ging mij om de mijnen die niet terug gevonden waren. Het vreemde was dat de meesten die later gevonden werden op het strand, op het gedeelte tussen Piet Quax en Groote Keeten (bij Noordermeer) lagen. Het waren meestal Tellermijnen (pannenkoekmij- nen). Tot ik een paar jaar geleden een oud-Cal- lantsoger sprak die me vroeg of het strand diep was en of er nog mijnen blootlcwa- men. Hij vertelde me dat in de winter na het plaatsen van de mijnen aan de be groeiing duidelijk te zien was waar ze lagen. Met nog an deren had hij die din gen opgegraven om een vluchtweg te maken bij een eventuele razzia. Het pad liep over een dijkje in zuidelijke rich ting vanaf de machineloods in Groote Keeten. Een gedeelte van dit pad werd ook gebruikt om naar het strand te gaan. Bij het ruimen van de mijnen bleek er mid den in het pad nog één te liggen. Op mijn vraag wat ze met die dingen gedaan hadden was zijn antwoord: "We zaten er dood mee aan en toen hebben we ze met laagwater op de tweede dam ten zuiden van de Keeten in zee laten zakken." De na de oorlog opgegraven mijnen werden verzameld en dan tot ontploffing gebracht. Zo werden ook de lcippenboeten van Jan Kooy, die tussen het 'Kerkhof en het 'Man- nenblauw' stonden, door de Canadezen met mijnen gevuld en opgeblazen. Lang niet alle mijnen ontploften en vlogen alle kanten op. Deze twee verhalen bewijzen dat het logisch is dat op deze plaats later de meeste onont- plofte mijnen werden gevonden. Er waren verschillende mijnenvelden die werden aan gegeven met 'Lebensgefahrlich - Minen'. Ten noorden van Groote Keeten meest Anti personeelmijnen en rond het Botgat en bij de Puntnol ook nog vlammenwerpers. Ten zui den van Groote Keeten meest Tellermij nen. In het Kiefteglop waren eveneens Antipersoneel mijnen geplaatst. Ook werden er mijnenvel den aangegeven met borden waar niets lag, vermoedelijk om af te schrikken. Op diverse plaatsen in het land, waaronder in het Mo lenwater, stonden palen waarop granaten aan gebracht waren, onderling verbonden met draden om landingen van vliegtuigen of parachutisten te voorkomen. Op het strand waren Tellermijnen bevestigd aan diverse soorten palen, meestal aan beton nen driepoten. Deze versperringen maakten deel uit van de Atlantikwall. De palen werden na de oorlog uit het strand verwijderd door een rupstractor waarbij vaak van een spuit- lans gebruik werd gemaakt om een paal los te krijgen. Deze rupstractor, een Duitse Steyer, ironisch genoeg van het Afrika corps (voor Zijpe misschien aanleiding om het Cees Vriesman In het archief van Rijkswaterstaat in Huisduinen waren tekeningen aanwezig van mijnenvelden, met daarop vermeld de aangebrachte en de na de oorlog geruimde mijnen. Er stond een prachtig stempel op met confidentieel en op enkele geheim. Annie de Vries en Lientje Groothoffbij zo'n bord - 16. -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2005 | | pagina 18