Op zeker moment dacht ik dat de kust veilig was, maar net stond ik achter op de wagen met de fiets in mijn handen, of de commandant van de groep - zijn naam vergeet ik nooit, hij heette Sneller - kwam bij een huis vandaan. Hij begon van verre al te schelden, dat ik van die fietsen af moest blijven. Mijn ver weer was dat ik ze wat rechter op wilde zetten. Op zekere dag moest ik mij melden bij de Ortscommandant aan de Kennemerstraatweg. Daar stond al een hele karavaan, bestaande uit Hollandse landwachten en Duitse militai ren. Ilc moest met nog een gevorderde vracht auto naar een voor ons onbekende bestem ming rijden. Uiteindelijk werd gestopt in Heer- hugowaard-Noord en daar begon weer de roof tocht naar rijwielen, en ook motorfietsen als ze toevallig te voorschijn kwamen. Zo nader den wij zoetjesaan langs de Middenweg het dorp Heerhugowaard. Alle uitgangswegen waren natuurlijk al afgezet. Dus er gauw van door gaan was er niet bij. Wel werden er vele fietsen onder de prut in de sloten gegooid. Zo kwamen zij uit een zijweggetje vandaan met een damesfiets. Even later kwam er een vrouwtje huilende bij mij bij de wagen. "Wat moet dat nou, nu heb ik geen fiets meer en mijn dochter ligt in het zieken huis in Alkmaar en hoe moet ik daar nu komen?" Want bussen reden er natuurlijk ook niet meer. Ilc zei tegen haar, dat zij ons maar op een afstand moest volgen, dan zou ik proberen haar fiets van de wagen te gooien als ik de kans even kreeg. Maar ik moest in de cabine blijven en me niet met die fietsen bemoeien. Even later dacht ik toch weer mijn kans nog even te krijgen. Maar net toen ik die fiets van dat arme mens over de kant gooide, kwam die kerel weer bij een huis vandaan. Ilc stond naast de auto met de fiets op de grond en wachtte af wat er nu zou gaan gebeuren. Hij kwam met grote stappen op mij af en je kon hem in Allernaar wel tekeer horen gaan. Toen hij op een paar passen genaderd was, bleef hij staan, greep zijn automatisch geweer van zijn nek en schreeuwde: "Ik schiet je dood." Nu daar kon ik dan toch niets aan doen en keek hem recht in zijn gezicht. Ilc was won derlijk kalm, en dacht: "Als je me dood schiet, rotmof, zal je niet beleven dat ik bang voor je ben." Klaas Rietvink Toen Klaas Rietvink gepensioneerd was, heeft hij zijn levensgeschiedenis geschreven. Hier volgen enkele stukjes uit de oorlog 1940/45, een veelbewogen tijd. Hij werkte toen als chauffeur voor de firma Daalder. Het hele bedrijf moest ook evacueren van Callantsoog naar Alkmaar. De chauf feurs werden gedwongen om voor de Wehrmacht te rijden. - 12. -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2005 | | pagina 14