Intocht immit ket Oostexv De steeds uitbreidende bezette gebieden en het verlies aan mankracht aan het front ver oorzaakten dat tegen 1943 de Duitse strijd krachten meer hooi op hun vork hadden dan ze aankonden. Hun probleem om voldoende mankracht in de bezette gebieden te handha ven werd opgelost door het ronselen van Rus sische krijgsgevangenen. Vanzelfsprekend had den ze geen probleem om voldoende 'vrijwil ligers' te vinden alles was beter voor de gevangenen dan omkomen in de verschrikke lijke Duitse concentratiekampen. Veel ex-krijgs gevangenen kwamen van Kazakstan, Oesbe- kistan en Tadzjikistan we noemden ze gezamenlijk Turlcestaners of Mongolen (hoe wel er geen enkele Mongool bij was). Een minderheid kwam van andere Russische sta ten, zoals Georgië en Wit-Rusland. Aanvankelijk waren de meeste Nederlandse burgers nogal afkerig van de ongemanierde en wild-uitziende vreemdelingen heel wat anders dan de Duitsers die er uiteraard niet veel anders uitzagen dan wijzelf. De meeste Turlcestaners waren vrij jong, zo tussen ne gentien en vijfentwintig jaar. Het was duide lijk dat deze jonge mannen voor een lange tijd geen contact met burgers hadden gehad. Ze verlangden naar wat vriendelijkheid van de Nederlanders en zochten contact met de burgers. Wij woonden maar een kilometer van de bunkers waar de Turlcestaners huis den en, aangemoedigd door Gerard de Wit en mij, duurde het niet lang voor ze bij ons op bezoek kwamen. Urenlang probeerden we met ze te communiceren met gebarentaal en ge broken Duits. Vanzelfsprekend probeerden onze oosterse bezoekers het hof aan Annie en Iet te maken. Hoewel mijn zusters goed be vriend met de Turlcestaners geraakten, had den ze geen belangstelling in emotionele (of seksuele) betrekkingen met ze daarvoor vonden de soldaten een andere uitweg. Ondernemende prostituees uit Amsterdam organiseerden 'zittingen' voor de misdeelde Turlcestaners in het Kooibos. Gerard en ik be spiedden de begerige jonge soldaten wanneer ze in de bosjes verdwenen en tien minuten later weer te voorschijn kwamen, nog bezig hun gulp dicht te knopen. De Duitse soldaten hadden een veel waardiger manier om zich te bevredigen. In de Stolpen (een nabij gelegen gehucht) hadden ze een bejaardenhuis in beslag genomen en het als een bordeel inge richt. In tegenstelling tot de Turlcestaners hoefden zij geen genoegen te nemen met dras sige grond, stekende mieren en een zwerm muggen. Een Turlcestaner genaamd Begmatov werd één van m'n beste vrienden. Hij was éénentwintig en kwam van Oesbelcistan. Ilc stelde hem al lerlei vragen wanneer hij na een ontmoeting met één van de Amsterdamse meisjes met een schuldige blik uit het Kooibos te voor schijn kwam. Ondanks mijn aanhoudende ondervraging liet hij nooit iets los over zijn liefdeservaringen; zodoende bleven de intri ges wat seks betreft nog wat jaren een ge heim voor mij. Andere vreemdelingen die ons huis bezoch ten waren Alexander, een Wit-Rus, en nog een Alexander (die we Alex noemden om ver warring te voorkomen) die beweerde een Tartaar te zijn. Alexander leerde me schaken. Tot mijn ergernis liet hij me soms winnen, hoewel ik donders goed wist dat hij veel beter kon schaken dan ik. Alexander werd verliefd op Iet. Hoewel Iet de Turlcestaners altijd had afgewimpeld was ze niet ongevoelig voor de toenaderingen van de Wit-Rus, ondanks het feit dat ze vaste verkering had met Leo (die Jacob de Vries In mei 1943 arriveerde een groot aantal oosterse mannen in ons dorp, nogal een opwindende ge beurtenis voor de Callantsogers. Al gauw werd het ons bekend dat de nieuw-aangekomenen aan het Russische front gevangen waren genomen, waarna ze in mensonterende Duitse concentratie kampen waren gezet. Iet en Jaap de Vries, Gerard de Wit en twee Duitsers (foto's uit archief van Nel de Vries) - 10.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2005 | | pagina 12