Wei Koningtutgeen/ Keizer DnesBMier Graaf Willem II van Holland, leenheer van Willem van Brederode De titel 'keizer' komt van 'Caesar'. Julius Caesar legde de grondslag voor het Romeinse Rijk. De Romeinse heersers na hem voerden de titel van imperator, daarnaast ook wel van caesar. Na het Romeinse Rijk stond de titel 'keizer' voor beide. Het West-Romeinse Rijk kreeg in 476 de gena- destoot van de Vandalen. Italië verbrokkelde. De kerk van Rome en het pausdom bleven de enige stabiele factor en de paus werd beschouwd als de erfgenaam van de laatste Romeinse keizer. In 768 werd Karei (de Grote) koning der Franken. In 754 was hij al, samen met zijn vader en zijn broer Karloman, door paus Stefanus II gewijd tot Patricius Romanorum, beschermer van de kerk van Rome. Karei voerde veel oorlogen en breidde zijn macht over Europa uit. In 774 werd hij ook koning van de Longobarden in Noord-Italië. In 800 versloeg hij de belagers van de paus en op 25 december 800 werd Karei door de dankbare paus Leo II in de Pieterskerk in Rome tot Rooms keizer gekroond. In het Oost-Romein se Rijk heerste op dat ogenblik een vrouw, keizerin Irene, en in Rome achtte men de kei zerskroon vacant. Pas in 812 volgde de erken ning van Karel's titel door keizer Michael van Constantinopel. Karei liet zijn zoon Lodewijlc de Vrome in 813 in Aken tot keizer uitroepen en kroonde die zelf. Bij de verdeling van diens rijk erfde Lotharius de keizerlijke waar digheid. Hij gaf die door aan de koningen van het Oost-Frankische rijk. In 911, met de dood van koning Lodewijlc III, bijgenaamd 'het kind', was er geen lcarolingische kandidaat meer voor het keizerschap. Hatto I aartsbis schop van Mainz adviseerde toen de 'Hoftag' om hertog Koenraad van Frankenland tot koning te kiezen en zo geschiedde. De Hoftag was een vergadering van wereldlij ke en geestelijke rijksgroten, ontstaan uit Maart- en Meivelden onder de Karolingen. Dit waren algemene vergaderingen van rijksgro ten, die in een leenverhouding tot de koning/ keizer stonden. Na 1495 werd dit de Reichstag (Rijksdag). Maar Koenraad's mede-rijlcsgroten trokken zich weinig van hem aan. Hij sneuvelde in een slag tegen de Hongaren. Dodelijk gewond gaf hij de raad om Hendrik, hertog van Sak sen, zijn sterkste tegenstander, tot koning te kiezen. Volgens de legende was die aan het vogels vangen toen hij het bericht van zijn verkiezing ontving en kreeg hij daarom de naam 'de vogelaar'. Hendrik I herstelde de koninklijke macht en na zijn dood kozen de rijksgroten bijna auto matisch zijn zoon Otto I (de Grote) tot koning. Deze liet zich in 936 in de oude lcaro lingische hoofdstad Aken tot Duits koning kronen. In 951 liet Otto zijn gezag gelden in In 'De Clock' van september 2004, blz. 46, schrijft Wim Lastdrager dat koning Willem II, o.a. graaf van Holland, omstreeks 1250 de familie Brederode beleende met alles wat aanspoelde op de Oger stranden. Graaf Willem II van Holland was op zijn beurt leenman en vazal van Frederik II van Hohenstaufen, keizer van het Rooms-Duitse rijk. Frederik II was in Zuid-Italië geboren en daar blijven resideren. Hij was Rooms-Duits koning van 1211 tot 1250 en keizer van 1221 tot 1250. Keizer werd de Duitse koning pas als hij door de paus gezalfd en gekroond was. Hoe was dat zo gekomen? Karei de Grote, door Edward Blokker nagetekend van een foto van een ruiterstandbeeldje uit de 9e eeuw. - 68. -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2004 | | pagina 8