oefend en die ze zich eigen maakte, heeft ze uiteindelijk gekozen voor aquarelleren. Door veel zelfstudie, wilskracht en doorzettings vermogen heeft ze tenslotte bereikt wat ze nu is geworden: een getalenteerd aquarelliste! Ze doet dit werk met veel plezier. Jennie tekent en schildert het liefst in de vrije natuur.Om je werk, waarvan je je beroep hebt gemaakt aan de man te brengen is het nodig dat je exposeert. Voor zo'n expositie heb je wel minstens 25 werken nodig want daar komen dan veel mensen op af. Haar eer ste expositie was in 1982 in het gemeentehuis in Callantsoog, samen met haar zuster Annie. Vier jaar later was dat samen met de heer Rotgans in het Sporthotel in Callantsoog. Het thema was: 'de meester en zijn leerling'. Dat is een groot succes geworden. Veel van haar werken heeft ze daar verkocht. Belangrijk is ook datje er werken bij hebt uit de betreffen de omgeving; dat spreekt de mensen gemak kelijker aan. Ook was ze enkele jaren geleden met werkstukken in de boerderij 'Tante Jaan- tje' en de bibliotheek. Om van je hobby je levenswerk te maken lag het in de rede om veel te gaan exposeren om zodoende bekendheid te verwerven. Dat deed Jennie dan ook. Haar eerste galerie was in een schuur achter haar huis in Hoogwoud. Die noemde ze 'Huisje - Boompje - Beestje', ge zien de aard van haar werk. Daarna acht jaar in Edam, vijfjaar in Enkhuizen en korte tijd in Hoorn. In verschillende dorpen in Noord- Holland organiseerde ze exposities en die wa ren een groot succes. Contacten met vrien den in Duitsland, die enig werk van haar had den gezien, leidden er toe dat ze werd uitge nodigd voor een expositie in een lcerlc in Eisenhüttenstadt. Het was een heel moderne kerk, geschonken door het Westen, en door de aanwezigheid van meerdere zalen en zelfs enige logeermogelijkheid, voor multifunctio neel gebruik geschikt. Ze exposeerde daar met Nederlandse landschappen want van Duitsland zelf had ze uiteraard nog niet zo veel. Het liep als een trein; er zijn erg veel mensen op af gekomen en er werd veel ver kocht. Ze heeft er driemaal geëxposeerd, waarvan eenmaal met haar zuster Alie. Dat men ook daar haar werk de moeite waard vond, resulteerde op een gegeven moment in een uitnodiging van de provincie Branden burg om te lcomen exposeren in een klooster in Neuzelle tijdens een lcunstenaarstreffen. Dat was helemaal gratis en de deelnemers kregen zelfs nog enig zakgeld toe, met als enige tegenprestatie het afstaan van twee schil derijen; één daarvan is terecht gekomen in een rijdende museumexpositie. Ze hebben er een fantastische veertien dagen gehad met een leuke groep die verschillende activiteiten beoefende. De minister van Cultuur van de voormalige DDR heeft daar heel lovende woor den gesproken aan het adres van de deelne mers en ook uit krantenverslagen bleek dat. Naast Duitsland is Jennie ook meerdere ma len in Engeland en in Canada geweest. Werk stukken van haar hebben daar in galeries gehangen, o.a. in Plymouth. Ook schilderde Jennie een poosje allemaal beertjes. Die gin gen grif van de hand. Van de werkstukken die ze in Engeland maakte en verkocht, heeft ze langzamerhand haar Engelse servies bij el kaar gesprokkeld. Afgelopen zomer hebben Jennie en haar man Rob Huurman de zoutmijnen in Wieliclca en Krakow in Polen bezocht. Die plaatsen staan o.a. op de lijst van Unesco, de organisatie voor onderwijs, wetenschap en cultuur van de Verenigde Naties. Jennie en Rob houden erg van reizen, maar zeker is dat ze altijd haar te ken- en schildersgereedschap bij zich heeft om onderweg, als ze mooie plekjes ziet, die even met potlood, pen of kwast vast te leggen. Hoewel ze voorheen bijna alle dagen tekende of schilder de, doet ze het nu wat rustiger aan. Intussen heeft ze de leeftijd van zestig jaar bereikt en heeft ze kin deren, ook een twee ling, en kleinkinde ren, waar ze de nodi ge aan dacht aan wil schenken We kunnen tenslotte stellen dat de ontdek king van het talent van Jennie Monen tijdens haar kinderjaren op de lagere school bepa lend is geweest voor de richting welke ze is gegaan en voor het succes van haar latere schilderkunst. 2004. Jennie Monen en Rob Huur man -75.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2004 | | pagina 15