HeyutsievUigeJi Winter '46'47
Alle waterwegen raakten door de strenge vorst
dichtgevroren; ideaal voor schaatsliefhebbers
en de organisatie van de Elfstedentocht, maar
nadelig voor het transport, dat toen nog voor
een groot deel over water ging. Het ijs in het
Noordhollands Kanaal werd zo dik, dat er met
geen mogelij leheid een ijsbrelcer meer door
kwam.
Dr. Boerma op huisbezoek aan de Nieuweweg.
De strenge vorst bleef aanhouden. Daar het
transport te water was stilgelegd en de aan
voer van kolen (de enige brandstof in die tijd)
stagneerde, ontstond er brandstofgebrek, wat
tot gevolg had dat o.a. scholen moesten wor
den gesloten.
Ilc was destijds leerling op het Gemeentelijk
Lyceum te Den Helder. Deze school stond aan
de Hoofdgracht, pal aan de dijk van het
Marsdiep, blootgesteld aan de koude noord
oosten wind. Wij kregen ook voor onbepaalde
tijd vrij, maar moesten één keer per week op
school komen, waar we in een onverwarmde
klas voor een hele week huiswerk meekregen
van de verschillende leraren. We zaten daar
dan met wanten aan en bivakmutsen op.
Meestal gingen we daarna, koud tot op onze
ziel, met een aantal klasgenoten naar het
toenmalige distributiekantoor in de
Spoorstraat waar we lekker konden 'doorwar
men' rond een grote met cokes gestookte
kachel, die daar in de hal stond.
Het openbaar vervoer had ook last van de felle
kou. De NACO, die de busdienst op de lijn
Alkmaar - Den Helder onderhield, reed met
zgn. 'opleggers'. Dit waren bussen van
Amerikaanse makelij, verkregen via de zgn.
Marshall-hulp. De motoren van deze bussen
waren echter niet bestand tegen temperaturen
beneden -10e C. Er ontstonden dan luchtbellen
in de benzineleiding, waardoor de motor zijn
dienst staakte.
Een depressie eind januari bedierf het schaats
plezier, want ze ging gepaard met een enorme
sneeuwval. Met een harde wind werd deze op
grote hopen gejaagd, waardoor op windluwe
plaatsen grote wallen ontstonden. De wegen
werden hierdoor onbegaanbaar. De problemen
ontstonden nu pas echt. De Gemeente
Callantsoog beschikte in die tijd slechts over
beperkte middelen om de wegen begaanbaar
te maken. Burgemeester Correljé, die pas de
naar Texel vertrokken burgemeester Rehorst
was opgevolgd, en bij wijze van spreken met
zijn neus in de sneeuw viel, moest dus een
dringend beroep doen op de burgerij. Hij
ondervond daarbij veel medewerking. In grote
groepen toog men met schoppen, schuivers
e.d. aan het werk. Dit was noodzakelijk, want
dokter Boerma, de brandweer, posterijen enz.
moesten hun werk kunnen blijven doen.
Door het ruimen ontstonden vooral op wind
luwe plaatsen, bijv. bij boerderijen, aan weers
zijden van de weg vaak metershoge wallen,
waardoor een soort tunnelidee ontstond.
Jaap Schilder
"Een strenge winter begint vroeg" is een oud gezegde. De winter van '46-'47 maakte hierop geen
uitzondering. Reeds in november en december kregen we hiervan een voorproefje in de vorm van
enkele weken van matige tot strenge vorst, maar na een dooiperiode gedurende de feestdagen was
het begin januari goed raak.
De fam. Schilder op een sneeuwberg langs de
Nieuweweg.
-70.-