HeviMJueYinaeK wui eett/jonge> etmcué> HERINNERINGEN AAN CALLANTSOOG TUSSEN SEPTEMBER 1940 EN AUGUSTUS 1942. De Strandweg te Callantsoog Bert van der Plaat (TOEN MOEST CALLANTSOOG ONTRUIMD WORDEN IN VERBAND MET DE ONTWIKKELING VAN DE 'ATLANTIKWAL') Na in juli 1940 het grote bombardement van Den Helder te hebben meegemaakt gingen we op de vlucht via Apeldoorn (3 weken) en Haarlem (2 weken) naar Callantsoog. Wij kwamen terecht in pension VOS. Als je voor dit pension stond, zaten we in het rechter gedeelte. Ik herinner mij nog heel goed dat mijn moeder, broer Joop en ik daar tussen de middag zaten te eten en dat we voor het eten ons gebed opzeiden. We bemerkten dat er voor het raam twee Cal- lantsoger jongetjes naar binnen stonden te glu ren. Ze vonden dat bidden maar heel raar. Ik had mij wel onder tafel willen verstoppen. Verder dat de moeder van Jacob en Jan Vos in de keuken zich bezig hield met het vermeerderen van de hoeveelheid roomboter door er een mengsel van geel poeder en water bij te doen. Ik herinner mij ook dat op de buurt opa Vos, Jacob en Jan toen in hun timmerwerkplaats bezig waren, waar nu snackbar Hoek zit. Als jongetje kon ik daar fijn met restjes hout knutselen. Na een paar weken trokken wij weer naar Den Helder om, ondanks onze angst voor luchtaan vallen, het leven daar weer op te pakken. Prompt weer een luchtaanval en wij hals over kop naar Callantsoog en naar pension Vos terug. Vandaar kwamen wij via opa Vos in de zomervil- la Zonnewende(?) van de familie Tuinman te recht. Dit was een heel leuk huis met een rieten dak en rondom glas. Buiten stond een Duitse radiowagen en dat was best link, maar toen mijn moeder hun vriendelijk vroeg of zij die wagen niet ergens anders konden zetten, deden zij dit ook en was het gevaar geweken. Het waren solda ten van de Duitse Luftwaffe en die waren best wel aardig. Het huis stond bij de strandopgang naast het Teugenbankje'. Links van dit huis stonden de zomervilla's van de families Dito en Kleerekoper en boven op het duin stonden er ook drie aan een smalle boulevard waar langs de rails liep voor werk zaamheden van Rijkswater staat. Met aan de strandkant een houten gevechtsbunker, nog door het Nederlandse leger gemaakt om een even tuele vijand van overzee te gen te houden. In die houten bunker met uitzicht op zee hebben we vaak gespeeld. In het bovenste huis hebben mijn oom Cor, tante Mien en hun kinderen nog gewoond. Het was een huis van de familie Timmerman. Links daarvan stond het zomerhuis van de familie Van Andel en rechts het zomerhuis van de familie Kerkmeer. In dit laatste huis was de familie Mol uit Den Helder ondergebracht. Ook vluchtelingen. Je vond ze over het hele dorp verspreid. Tussen de fami lie Mol en de Seinpost woonde boven op het duin de familie Unk. De heer des huizes was lcanton- nier in dienst van Rijkswaterstaat. Tegenover de 'Groote Villa' zaten in de 'kleine villa Liesbeth': Mevrouw Meier en de familie Woelee met hun dochters waarvan er één Leida heette. Ook uit Den Helder. Mevrouw Meier ken de ik wel, want zij had een drogisterij ongeveer aan het eind van de Spoorstraat. Aan het begin van de toen nog zanderige Zeeweg zaten in een aantal zomerwoningen de families Limbeek (Piet, de latere keeper van HRC), Wismeijer (met Dien en Jopie) en Van Rijswijk (met dochter Corrie). Verder op de Zeeweg zaten in de Zeehut de fami lie Kok (met Wim, Tames en Annie). Van Wim heb ik nog Franse les gehad. In het Arendsnest ter hoogte van de familie Kaan, de families Tie- lemans (met Ton en Harry) en Snel (met zoon Piet). In Klein Callinge op 't Oghe de familie Mastenbroek (met dochter Lenie). Langs de latere Op 't Landtweg vond je ook in alle zomerhuizen evacués, o.a. de familie Kik kert, de familie Van der Plaat in Roezemoes en nog vele anderen, die ik helaas niet bij name ken. -22.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2003 | | pagina 2