RESTAURATIE MUSEUMBOERDERIJ TANTE JAANTJE' 'N PRAATJE Als een van de eerste dingen werd de stijl van de rechter dorsdeur gedeeltelijk vervangen. Vele jaren had hij de scharnieren van de zware deuren gedragen. Hoe lang, we weten het niet precies. Misschien wel honderd jaar. Ook de totaal verrotte achterdeur verdween. Er kwam een deur voor in de plaats, die heel erg leek op de oorspronkelijke deur, die ooit in de achtergevel had gezeten. De muren moesten opgeknapt worden, want al het voegwerk was aan vervanging toe. De muur aan de oostkant was zo slecht, dat het gedeelte rechts van de deur afgebroken moest worden. Gelukkig kon met de oude stenen, aangevuld met een tiental historische stenen, de muur weer opgebouwd worden, zodat aan de oud heid geen afbreuk werd gedaan. Het bestuur van de stichting hoopt dat er spoedig subsidie komt om het hele dak te vervangen. Aanvankelijk werd alleen aan de noordkant gedacht. Maar Monumentenzorg vond met het be stuur, dat beter het hele dak ineens hersteld kon worden. Met de restaura tie van de schoorstenen zijn de ge schatte kosten 64.000 euro. Daarvan wordt zeventig procent gesubsidieerd. De andere dertig procent is een zorg van de stichting. Wie sponsort? Recht voor ons huis hield ie in, met een voet op de grond. Keek stuurs naar me en zei: Ik: "De vrouw van Willem Zwaan." Even wat beduusd zei ik: Hij zweeg een poosje stil! Trok toen z'n voet op, zei nog eens: ...en verdween de Voorweg af. Ik keek hem na, en dacht: 'Wat heerlijk om tussen zulke échte mensen te wo nen, die gewoon recht voor z'n raap praten en doen zoals ze zijn!" En nu, meer dan 50 jaar later, is deze sfeer hier nog te vinden. In augustus 2002 werd er een begin gemaakt met de restauratie van de museumboerderij 'Tante Jaantje'. Aannemer Piet de Vries nam het werk op zich. Op de foto de mannen René Vos en Maarten Bakker bezig met het herstellen van de mu- ven. Foto: Hans Bolg D.C. Zwaan-v.d. Maeden Wij woonden toen, midden vijftiger jaren, nog maar pas in ons bouwvallige hutje op het hoekje Voorweg/Minewegje. In de stralende zomerzon drentelde ik naar buiten. Daar kwam over het pad een persoon aangehobbeld op een afgeleefd, roestig rijwiel. Een boer, dat was te zien. Pet flink over de oren, de klep ietwat vuil en vettig, blauwe kiel, manchesterbroek met 'waie paipe' en aan- geklonterde, doch goed herkenbare boeregeeltjes aan de zwarte sokkenvoeten. "Wie ben jai?" "Oö, weunjai hier?" "Ja, nog maar pas." "Oö, hewwe jullie 't kocht?" "Ja." "Wat hê je d'r voor geven?" "Niet veel, want 'r moet nog een hoop gebeuren." "Oö..." 67. -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2002 | | pagina 7