DE SEINPOST EN HET KORPS LUCHTWACHTDIENST(i952-i964) Andere posten in de kop van Noord-Holland waren: Huisduinen, de Coclcsdorp, de Koog, Oosterend, Den Oever, Ewijclcsluis, Barsinger- horn, Slootdorp en Schoorl. De waarnemingsposten werden ingericht met apparatuur, speciaal voor het visueel waarnemen van 'luchtvaartuigen', zoals kij kers. Voor het doorgeven van de waarnemin gen aan de centrale meldkamer waren er koptelefoons. Tevens was er een ruimte voor het opbergen van de apparatuur, welke ruim te tevens als schuilgelegenheid diende. De posten werden bemand door leden van het Korps Luchtwachtdienst. Dit korps werd op 15 februari 1952 opgericht. Aanvankelijk vormde het een onderdeel van de Nationale Reserve van het Instituut Steun Wettig Gezag. Later, in 1958, werd het korps een onderdeel van het Commando Luchtverdediging van de Koninklijke Luchtmacht. Als leden van het korps werden voornamelijk aangesteld buitengewoon dienstplichtigen in de leeftijd van 20 tot 35 jaar. De bezetting van post 4P2 (Callantsoog) bestond uit mannen uit de gemeente Cal lantsoog of directe omgeving. Tot postcom- mandant werd benoemd de Callantsoger dorpskapper, gemeentebode en 'manusje van alles' de heer Thijs Schmidt, die vanwege zijn veelzijdigheid voor dit werk 'geknipt' was, ook omdat hij bij wijze van spreken bij de Seinpost om de hoek woonde. -64.- Jaap Schilder In 1952/1953 werd in opdracht van de Defensie op de hoogste duintop in Callantsoog, de Seinpost, een luchtwachtpost gebouwd. Tevens werd toen de toegangstrap gemaakt of mogelijk vernieuwd. Over het gehele land verspreid werden 275 soortgelijke posten gebouwd, verdeeld over acht lucht- wachtgroepen, elk met een centrum. Voor ons was dat Alkmaar. Een bezoek aan een luchtvaartshow te Soesterberg. Van de Post Callantsoog staan op de bovenste rij: le links Gert van Diepen, 5de links Thijs Schmidt, daarnaast Klaas Baken, 11de van links Jan de Wit uit 't Zand. De dames vooraan zijn van de Luva. Het zijn 'plotsters'.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2002 | | pagina 4