lijk. Hij legde een beetje vaderlijk zijn hand op mijn haar en vroeg iets. Geen idee wat, maar ik kreeg een stukje chocola Daar zat ik dan, landverra der en collaborateur van negen jaar! De straf kwam bijna onmiddel lijk, want eenmaal thuis bleek ik een grote blaar in mijn handpahn te hebben, moeder ^roeg maar niet hoe ik eraan kwam. Dat werd door-.,-- prikken en eerf flinke portie ou derwetse jodi um plus een/ verbandje De vol gende dag ging ik maar eens bij mijn oom Jan buurten. Hij had zijn werkplaats in een oud boerderijtje met edn rieten dak naast wat nu de Boerderij van Tante Jaantje heet, maar toen woonde tante Grietje Vos daar. In de werk plaats rook het altijd zo lekker. Stopverf, ter pentine, lijnolie en het was er heerlijk rom melig. Enfin, ik kom er binnenstappen en wat zit daar? Alweer een Duitser, nu in een iets dikkere uitvoering. Hij zat op een kist en keek gespannen toe hoe oom Jan bezig was met het beletteren van een knalgeel bord. Als een Duits legeronderdeel ergens in den vreemde neerstreek, moest er natuurlijk een hele organisatie opgezet worden van hoofd kwartier tot legering van het gewone voet volk. Uit veiligheidsoverwegingen werden de verschillende elementen over een bepaald gebied verspreid. Er waren dus ook allerlei borden nodig om de weg te wijzen, want Ordnung musz sein. Het meeste materiaal hadden de Duitsers zelf bij zich, maar speci fieke borden werden plaatselijk gemaakt. Dus opa Vos maakte de borden en oom Jan zette ze in de verf en beletterde ze. Daar was hij een kei in. ...omhoog in een grijnzend gezicht, overschaduwd door een diep donkergroene helm. Die dikke Duitser had dat ook door, want hij was ook Anstreicher' en zag al gauw dat hij van die Dumme Hollander wel wat kon leren. Dus dan had hij een glasplaatje nodig, een beetje stopverf, een busje verf en noem maar op. Hoe de man heette weet ik niet meer. Iets van Müller of zo. In ieder geval, een paar jaar na de oorlog kwam onze dikke Duitser in een nog dikkere Mercedes terug als badgast en hij was niet de enige die als soldaat de geneugten van het Noordzeestrand had leren kennen. Maar de trap is in de zomer van 1940 aange legd, aan de landzijde van de Seinpost vanaf het tracé van het werkspoor. Overigens waren de Duitse militairen nogal makkelijk, want als er wat te zien was, een aanval op Den Helder bijvoorbeeld, klommen we gewoon langs de Zuidzijde van het duin naar boven en er werd ons geen strobreed in de weg gelegd. -43. -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2002 | | pagina 3