op dezelfde hoogte als de grensscheiding in het Koegras. Volgens deze opvatting zou dan alles wat even bezuiden het Buisegat aan spoelde, onder jurisdictie van de regenten van Huisduinen/Den Helder behoren. Doch volgens Coren van der Mieden was "het mid den van het Buysegat de reghtvaardige streek van onse scheydinge der stranden". Dat was van ouds zo geweest en dat moest zo blijven, 's Avonds vernam hij dat het schip door de storm "yets noordwaarts" was "onge schokt", waardoor hij een "wakker kibbelspeï" met de regenten van Huisduinen-Den Helder verwachtte. De Oprechte Haerlemse Courant vermeldde de stranding van de 'Horstendaal' in de zater dagse editie van 22 september. Volgens bericht van de Amsterdamse correspondent waren 's avonds 19 september schipper Jan Kelder en zijn volk nog aan boord. Bemanning van boord In een aanvullend verslag van 20 september gaf Coren van der Mieden nadere bijzonder heden. 's Nachts waren op bevel van twee bewindhebbers van de Oost-Indische Com pagnie, die in Den Helder de thuiskomst van de vloot hadden afgewacht, Helderse lichter- schepen uitgevaren om de bemanning van boord te halen en zoveel mogelijk goederen over te nemen. Een van de lichters was door een felle windstoot bijna tegen de 'Horsten daal' geslagen, waarbij zijn boegspriet verlo ren dreigde te gaan. Door snel zijn ankertou wen te kappen had de schipper zijn schuit kunnen redden. Coren van der Mieden achtte het niet raad zaam het overladen te verbieden. Want hoe wel de 'Horstendaal' op het Oger strand zat en volgens strandrecht beslag op de goederen gelegd kon worden, om bij verkoop eenderde aan de eigenaar, eenderde aan de bergers en eenderde aan de overheid (in dit geval de Heren van Callantsoog) uit te keren, had men hier niet met een particulier koopman, maar met de Compagnie te maken. Er zou weinig anders opzitten dan rustig af te wachten wat de zee nog op het strand zou werpen, "wat de fortuyn geeft". Hij verwachtte dat het ontladen met lichters niet zou lukken en dat het schip zou breken. Het zou van de wind afhangen waar het meeste goed zou stranden, ofwel aan de Oger, ofwel aan de Huisduiner zijde van het Buisegat. Het schip zat in zo'n "diepe Stranding van de 'Horstendaal' voor het Buisegat (reconstructietekening H. Schoorl) - 55. -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2002 | | pagina 15