V.O.C. SCHIP 'HORSTENDAAL'
DE STRANDING VAN HET V.O.C. SCHIP 'HORSTENDAAL' TUSSEN HUISDUINEN
EN CALLANTSOOG
Er zijn in het bijna tweehonderdjarige be
staan van de V.O.C. nogal wat schepen ver
gaan, maar over weinig schepen is zoveel juri
disch geharrewar geweest als over de 'Hors
tendaal'. Dertien jaar (1742-1755) heeft het
geduurd eer er een einde kwam aan het 'kib-
belspel' om de eigendomsrechten van schip
en lading. Het was dan ook een unieke situ
atie, want de 'Horstendaal' strandde juist
voor 't Buisegat, op de grens van de jurisdic
tie van Huisduinen en Callantsoog. Met name
door de bewaard gebleven correspondentie
van de Allcmaarse magistraat Jacob Coren van
der Mieden, één van de Heren van Callants
oog, zijn we vrij goed op de hoogte van het
verloop van de 'strijd'. Het was dan ook zeer
de moeite waard. Het V.O.C.-schip maakte
deel uit van een retourvloot uit Indië van
negen schepen. De 'generale carga', de totale
lading dus van deze schepen bestond uit
meer dan anderhalf miljoen pond bruine
peper, anderhalf miljoen pond koffie, ruim
een kwart miljoen pond muskaatnoten, idem
nagelen, 100.000 pond foelie, meer dan een
half miljoen pond salpeter, mindere hoeveel
heden borax, kamfer, katoenen garens uit
Bengalen, gom, indigo, 103 kisten Chinees
porselein, ruim 20.000 pond parelmoer,
50.000 pond tin, tropisch hout en vele andere
oosterse produlcten in geringere hoeveelhe
den.
Van deze retourvloot vergingen drie schepen:
de 'Westerbeek' sloeg door een storm om bij
de Faeröereilanden (de vloot voer om Schot
land huiswaarts). De 'Oude Zijpe' en de 'Hors
tendaal' kwamen voor de Hollandse kust in
moeilijkheden. Het eerste schip strandde bij
Zandvoort op 21 september 1742.
Stranding 'Horstendaal'
De 'Horstendaal' was twee dagen eerder al
vastgelopen. Juist voor het schip het Mars
diep kon binnenlopen strandde het schip aan
de zuidzijde van het Buisegat, een bijna
dichtgeslibde slufter op de grens van Cal
lantsoog en Huisduinen.
Het schip liep 's middags om twaalf uur vast
tussen de tweede en derde zandbank voor de
kust. Toen Jacob Coren van der Mieden op de
plaats van de stranding aankwam - hij was
juist op bezoek in Callantsoog - werden de
grote- en de fo Idee mast gekapt en overboord
gezet.
Coren van der Mieden schreef: "De see is swaar
verbolgen soodat tot nogh toe geen kans is de onge
lukkige menschen te redden."
De 'Horstendaal' was op dat moment nog
heel en redelijk dicht. Na aankomst op zijn
boerderij 'Keetenburg' aan de Groote Keeten
schreef hij: "17c ben tot de huijt toe doornat van
den regen en de zee, alzoo de stranden met water
overlopen zijn."
Hij vroeg een van zijn medeheren naar Cal
lantsoog te komen "tot mijn adsistentie, want
men niet weeten kan wat er zal voorvallen indien
het schip met soo kostbare ladingh moght in stuk
ken worden geslagen".
Hij had voor strandbewaking gezorgd. Daar
Dirk Kieft, de strandvoogd van het noorder-
strand van Callantsoog doodziek te bed lag
(Dirk Kieft van wie hij eens geschreven had:
hij is een groot vijand van de jenever, hij pro
beert hem geheel te verslinden), had hij
Adriaan Vader, bijgenaamd Vierkantje, tot
plaatsvervangend strandvoogd aangesteld.
Ook aan de Huisduiner kant van het Buisegat
was bewaking aanwezig om eventuele strand-
roof te beletten en schipbreukelingen te red
den.
's Avonds om zeven uur kreeg Coren van der
Mieden bericht dat één man op een luik het
strand had bereikt en door Hillebrant Muller
van Groote Keeten was gered. Coren van der
Mieden maakte zich zorgen over de bewering
van de Helderse strandvoogden, dat het be
wind van Huisduinen-Den Helder zich óók
zuidelijk van het Buisegat zou uitstrekken tot
J.T. Bremer
Van de heer Bremer uit Wieringerwaard, van wiens hand wij al eerder interessante artikelen - of
delen daarvan - plaatsten, ontvingen wij onderstaand stuk over de 'Horstendaal'In het kader
van het V.O.C.-jaar 2002 geven wij dit verhaal graag weer.
- 54. -