STROPEN In 1562 hernieuwt en vaardigt Hendrik, heer Van Brederode een ordonnantie uit op de jacht binnen de houtvesterij van de Heerlijk heid Callantsoog. Deze bestaat uit 28 artike len. Een paar artikelen of gedeelten ervan lui den als volgt: Ook wordt in verschillende artikelen het ver bod op loslopende honden vermeld. Ook de geldboetes die voor de overtreding van de artikelen gelden worden per artikel vermeld. De jacht was alleen toegestaan door of na mens de heren Van Brederode. Voor vele Callantsogers zal het volgende een bekend verhaal zijn met voor ieder een apart verhaal of herinnering. Veel namen van fami lieleden of kennissen zullen genoemd wor den. Stropen is bij de wet verboden, jagen niet. Om het te vergelijken is niet eerlijk. Stropen wreed of ongepast, het is wel span nend. Het stropen in Callantsoog gebeurde veelal uit armoede, later als bijverdienste en ook voor de sport. Volgens mij was (is) het een soort verzet tegen de grondbezitter die alles mocht. Een stroper zei me eens: "Stropen is jagen zonder vergunning" en "op een stroper wordt gejaagd". Stropen heeft hier dus wel geschiedenis, hoe wel het gebied het Zwanenwater, de Noord duinen, de Polders en het Kooibos minder mogelijkheden hebben dan bijv. de duinen tussen Camperduin en Wijk aan Zee. Midden in dit gebied ligt Egmond, waar vandaan ook de stropers hier actief waren. Bij sommige Egmonders liggen nog wel konijnen in de vriezer en ze tonen ook graag de processen- verbaal en veroordelingen. Door allerlei oorzaken is de konijnenstand laag geworden. Alleen in de duinen tussen Groote Keeten en Huisduinen zitten nog wat konijnen. De konijnen waren hier meestal het doel van de stroper. Hoewel ik een dorpsgenoot ken die rond 1950 zijn kermis (toen nog het eer ste weekend van september) financierde door het vangen van eenden in het Kooibos. Ook de fazanten die in het Zwanenwater opgefokt en later losgelaten werden kort voordat de jacht openging, werden wel gesnapt. Kees Vriesman In deze tijd zijn jagen en stropen nogal gevoelige onderwerpen om wat over te schrijven. Niet bij de schrijver, maar meer bij de lezer. De geschiedenis van het stropen gaat terug tot de tijd waarin over de jacht gesproken wordt. Henk Schoorl schrijft in zijn boek 't Oge het volgende: Augustus 1512. Walraven II, heer Van Brederode oorkondt dat de oger vissers hun netten op de dui nen mogen drogen maar de konijnengaten moeten ontzien. In deze tijd heeft de duinmeier de plicht de zeedijk vrij van konijnen te houden. Niemandt binnen de heerlicheydt Calantsooge naer hasen, conijnen, paterijsen ende andere wildt ende eedel gevogelte te jagen of te vliegen, nochte met honden, netten, fretten, vogelen, bussen, bogen ende stricken te vangen, schieten ende vernielen. Ook is het verboden conijnsnesten te roven, naer conijnen te delven, in de bergen of de gaten te rom melen ofte stommelen. Stropersgereedschap (klemmen) -32.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2002 | | pagina 12