Op de dag dat de wind naar binnen was ge
gaan, kwam er rust voor de jutters. Ze konden
lekker vroeg naar bed, want op strand was
toch niks te beleven. Zo ook ik. Maar om
een uur of twaalf werd er op het slaapkamer
raam getikt. "Hout op 't strand!" Mijn
gedachten gingen uit naar die oosten
wind en de onmogelijkheid dat er
dan hout aan kon komen, maar dege
ne die kwam tikken en roepen was
mijn vader. Hij was ook een hartstoch
telijlc jutter en hij maande me om
wat op te schieten, want anders was
het niet meer nodig.
Wij naar het strand, de fiets mee
en ja hoor, enige dammen voor
bij Callantsoog, richting Petten,
lagen tussen een paar dam
men 18 baddings. Er waren er
bij van wel 5 meter! (Een bad-
ding is meestal 16 72 cm breed
en 6 72 cm dik). Ze waren lood
zwaar van het water.
De vraag: wat doen we er mee?
Aangeven of thuis zien te krijgen,
werd door mij gauw opgelost. "Vader, we pro
beren ze thuis op zolder te krijgen. Als ze ons
zien, hebben we pech gehad. Zien ze ons niet,
dan hebben we een leuke cent verdiend!"
Twee van die zware knapen op de fiets. Mijn
vader sturen en ik duwen.
Negen maal hebben we dat ritje gemaakt.
Negen maal spanning en de angst dat je
gezien werd. Zweten als een otter, maar ten
slotte lagen ze bij mij op zolder. Maar door het
hout op zolder te schuiven, was er zand op
mijn schuurtje en de weg gekomen. Dat moest
worden weggeveegd.
Ondertussen begon het al wat licht te worden
en ik was bang dat er volk langs zou komen.
Als dat verkeerd volk was, dan was onze moei
te voor niets geweest en ja hoor, daar kwam
iemand aanfietsen. Een beetje schuin kijkend
zag ik dat het Teun Mooij - de lcnuppelaar -
was. Dat was een opluchting, want daar had ik
niets van te vrezen.
's Avonds zijn we naar de timmerman Piet Vos
gegaan en hebben we hem gevraagd of hij
eens wilde komen kijken.
Piet Vos kwam, hij kon het hout gebruiken,
maar ik moest wel de merken aan de kopse
kant er afzagen en het hout met latjes er tus
sen laten drogen. Als het voldoende droog
was, moest ik het maar brengen!
We zouden er een goede prijs voor krijgen!
V£VV\
Maar ja, het moest wel bij de werkplaats afge
leverd worden, met weer de kans dat we
gezien zouden worden.
Enige weken daarna, op een donkere avond,
hebben we de stap gewaagd en brachten we
het hout bij de werkplaats van Piet Vos.
Gelukkig werden we niet gezien.
Al met al hadden we een flink risico gelopen,
maar de voldoening dat het gelukt was en
natuurlijk de in het vooruitzicht gestelde
financiën niet te vergeten, vergoedden alle
spanning en alle zweet!
Maar het mooiste kwam nog. Onze dochter
werd op 28 oktober geboren en dat bracht
natuurlijk een hoop onkosten mee. Je verdien
de toen niet zo veel, dus was iedere gulden die
je extra ontving welkom. De dag na de geboor
te kwam Piet Vos langs. Die zei: "Ik kom even
afrekenen, want dat geld zal je nu wel goed
kunnen gebruiken." Dat konden we inder
daad. We vonden het aardig dat hij eraan
gedacht had.
Toen kort daarna de kolenboer Wout Roos
kolen kwam brengen en tegen me zei dat ik
het met betalen maar rustig aan moest doen
(ook aardig), kon ik hem om de rekening vra
gen. Dank zij ons jutje kon ik hem gelijk beta
len!