Jutterslatijn; BEL EENS! Eens op een keer lag het strand vol met var kens. Ze waren in zakken genaaid en bijna tweemaal zo groot als onze varkens. Ze roken lang niet fris meer, maar toch was er nog een jutter, die vond dat de ham van de toet nog best te eten was. Om ongelukken te voorko men zijn de kadavers enkele dagen later op last van de burgemeester in het zand begra ven. Nu we het over varkens hebben schiet me iets te binnen over een ander groot beest, dat in aroma verre de meerdere van de varkens was. Het is nu ongeveer 60 jaar geleden, toen op een dag het gerucht de ronde deed dat er een heel groot beest was aangespoeld. Het dier was wel 30 meter lang en 3 nieter hoog. Een reuzenhaai of een zeelcakkelobbes? Nee, wist de schoolmeester, een walvis! Een walvis op het strand van Callantsoog! Het was of de radio het bericht had omgeroepen, want al spoedig kwamen de mensen uit alle dorpen uit de omtrek van Callantsoog er naar toe. Enkele pientere Callantsogers zagen de toe loop van belangstellenden en beraamden samen een plan. De volgende morgen was de walvis aan het oog onttrokken door op palen gespannen dekzeilen. Er was ook een soort ingang en daarvoor prijkte een bordje met de woorden: 'Toegang twee stuivers'. Een van de jutters zat wat onwennig, maar breed glimla chend aan de kassa. De zaak liep goed. In de middag kwam er iemand, die met de jacht wagen heel uit een dorp achter Schagen was komen rijden. Deze vond de entreeprijs veel te hoog. "Nou dan blijf je buiten de tent," merkte de man aan de kassa op, "kijken kost geld, ruiken geen cent! Je haalt buiten maar eens flink je neus op, dan kan je thuis vertel len, hoe erg een walvis nou wel lcan stinken!" De walvis is later vakkundig ontleed en het spek is tot traan verwerkt. Dit laatste is nog gebeurd in het huisje aan het Dorpsplein waar u nu vaak het bordje 'Zeepieren te koop' aantreft. Het geraamte is naar Artis gezonden, waar u het tot op de dag van heden nog kunt zien alleen zien! Kijk in de kring van familie, vrienden, kennissen, collega's en buren rond. Laat ze 'De Cloclc' lezen. Werf een lid! Is het bel dan gelukt, Wim Zeeman, 0224-581249. Jacob Vos Pzn. af "En stinken meneertje!" Als oudere mensen aan het vertellen gaan, hebben ze het graag over vroeger. Toen waren er nog zomers en winters en toen was er op het strand vaak wat te jutten, dat meer dan de moeite waard was. Soms waren het wel hele scheepsladingen hout, zodat de buurt te klein was om het op te bergen. Dat was nog eens wat anders dan dat enkele battinkje, dat er tegenwoordig aanspoelt. En een rare dingen die er toen gevonden werden! -42. -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2001 | | pagina 2