Mijd/ terugblik
José Sterkenburg
Terugblik op zijn leven door mijn opa Siem Schagen, waarvan ik een verslag maakte samen met
mijn moeder Corrie Sterkenburg, op 29 november 1991, in zijn laatste levensfase.
Hallo, mijn naam is Siem Schagen en ik woon
in Callantsoog, samen met mijn vrouw Tony
Schagen-Baklcer. Ik ben geboren op 26 maart
1917 in Amsterdam en ben nu 74 jaar. Tot
mijn zestiende jaar woonde ik in Amsterdam,
daarna zijn we verhuisd naar het mooie dorp
je Callantsoog.
Op sommige momenten had ik het daar best
moeilijk mee, want zo was er bijv. geen gym
nastiekvereniging, terwijl dat een hele grote
hobby van mij was. Maar het was zo gezellig
in Callantsoog, dus voelde ik mij er toch
gauw thuis. Ik ben vernoemd naar een broer
van mijn moeder, die heette ome Siem Komin
en hij was aannemer in Amsterdam. Ome
Siem was mijn lievelingsoom, want hij deed
altijd van alles met mij. Hij bouwde zelf ka
no's en dan mocht ik meehelpen. Hij had een
grote speelweide waar ik altijd op mocht spe
len, dus ik vermaakte me altijd prima bij ome
Siem. Met een zuster van moeder, tante Ma,
ging ik altijd wandelen langs het strand en in
de bossen en dan gingen we ook weieens
naar de botermarkt. Ik heb het thuis altijd
bijzonder naar mijn zin gehad. Mijn moeder
was heel erg lief en zacht al was ze erg astma
tisch. We hadden een dienstmeisje voor halve
dagen en voor de was een wasvrouw, maar
alleen in de rijke tijden. Mijn vader is op
Texel geboren en in de oorlog gestorven. Hij
heeft een moeilijke jeugd gehad en werkte bij
een scheepvaartmaatschappij. Wij gingen ook
weieens op vakantie zoals: twee of drie weken
naar Callantsoog, weekenden naar Haarlem,
naar Texel, dagjes uit naar Zandvoort. Ik had
vier broers en één is er vroeg gestorven, dus
die heb ik nooit gekend, en twee op oudere
leeftijd. De woning waar wij in woonden was
van de Koninklijke Nederlandse Stoomboot
Maatschappij (KNSM), daar werkte mijn broer
Jan. Mijn moeder was erg godsdienstig, zij
ging soms naar Wartburg om naar verhalen
over God te luisteren. In mijn kinderjaren
had ik twee hele lieve honden om mee te spe
len, die waren er dus niet om te waken. Ook
had ik twee tuinen: de ene voor aardappelen
en de andere voor groenten.
Thuis hadden wij een kachel voor de warmte
en elektrisch licht, een toilet, maar geen dou
che. Later was er een wasmachine, een hou
ten met een wringer. De boodschappen wer
den bij ons thuis bezorgd.
In die tijd bestonden er ziektes zoals blauwe
mazelen en TBC en dat was geen pretje. Mijn
speelgoed was een stoommachine, daarmee
speelde ik graag, Mecano en niet te vergeten
een klein spoortreintje. Ook ging ik vaak bui
ten spelen met ballen, met vriendjes tollen,
krijgertje spelen, of diefje met verlos, dat was
ook heel leuk. Als wij naar de radio luister
den, ging dat via een draad en een luidspre
ker van de buren. Later in ons trouwen kre
gen wij TV, dat maakte grote indruk op me.
Ilc heb op de kleuterschool gezeten waar ik
lopende naar toe ging, later op de V.G.L.O.
kreeg ik mijn allermooiste cadeau, een fiets
met verlichting van een carbidlantaarn.
Sport was mijn favoriete hobby, vooral atle
tiek zoals turnen bij Tornido in Amsterdam.
Lezen was ook fijn, Karl May en later A.M. de
Jong en Emiel Zola. Aan de hengel heb ik
leren zwemmen en op elfjarige leeftijd haal-
- 56. -