N/c Kossem herinnert zich laatste deel In 1937 was het nog moeilijker om nog wat te verdienen. De meeste mensen liepen in de steun of ze werkten op de dammen, dus Callantsoog was ook arm. In 1937 ben ik begonnen te handelen in ongeregelde goede ren, onder andere meubelen, coupons, resten lappen voor jurken, blouses enzovoort. De auto was weg, want die was te duur en daar voor in de plaats had ik een lcet en wagen gekocht. We zijn toen ook getrouwd, want ik was steeds in de kost geweest bij anderen en dat viel ook niet mee. We hadden al een tijdje trouwplannen, maar hoe lcom je aan een woning, dat was een probleem. Nu ging bij ons de onderwijzer van de school naar Heerenveen, dus kwam dat huis te koop. Hij vroeg daarvoor 1600 gulden, maar ja hoe kom je aan geld als je het niet hebt. Ik naar mijn vader en die zei: "Je kan van mij 300 gulden krijgen, meer heb ik niet. Kijk maar hoeveel hypotheek je kan krijgen." Ik naar notaris van Veen in Schagerbrug, want die kende mijn vader goed. Hij vroeg welk huis het was en wat ze er voor vroegen en zei, dat ik met een paar dagen maar eens terug moest komen, dan zou hij nog wel eens kijken. Zo gezegd, zo gedaan. En ja, het lukte, ik kocht het voor 1500,00 met 1200,00 hypotheek. Mijn meisje had 100,00 gespaard voor haar uitzet en ze had al wat spulletjes, dus dan zou dat ook wel wat worden, maar die 100,00 kwam ik weer te kort voor de over schrijving van dat huis, dus we begonnen met nul komma nul. We kregen zolang van haar vader en moeder 300,00 om meubels en vloerbedekking en zo te kopen, geld dat ook met tientjes weer terug betaald is. Zo hadden we voor 2 kamers wel wat spulletjes en daar zaten we dan. Het eerste begin is moeilijk. Nou dat was het ook. Het was 28 augustus 1937 en de winter voor de deur. Ilc verkocht toen nog wel wat manufacturen, maar de tijd was zo dat de boeren 2,50 voor hun melk kregen, dus langs de weg was niet veel meer te verdienen. Ilc wou wel in de werkverschaffing, maar omdat ik zelfstandig was, kon dat niet. Grietje kwam uit Wieringerwaard naar Cal lantsoog. Van de Pauwestad naar Callantsoog, dat was een heel verschil. Ze was in het begin ook wel een beetje stil, want boodschappen halen, dat deed ze niet graag. Later werd het iets beter. In de donkere dagen, wanneer het licht aan moest, dan zat ze steeds in het donker, want we hadden geen leuke buren. Die deden dan de deur open, zodat de bel klingelde. Als ze ging kij ken, was er niemand en dan werd ze bang, dat was heel vervelend. Toen kregen we van haar vader en moeder een hond cadeau. Het was een Belgische herder en hij heette Wolf. Het was een prachtig beest en voor haar heel lief. Wanneer het dan donker werd, kwam hij naast haar zitten, totdat ik thuis kwam. Hij was zo trouw, hij ging nooit het erf af. Het was wel zo, dat als er mensen kwamen die hem niet aanstonden, hij ze wel liet komen, maar niet gaan. Dan moest je er wel bij wezen. Maar voor ons was hij erg lief. Ilc kon toen in de winter een baantje krijgen als hulpbesteller op het postkantoor. Verder reed ik ook vaak voor Jb. de Waal, die had een café en een vrachtrijderij op Schagen. Bij de boeren moesten dan kisten en dozen opge haald worden. Dinsdagsmorgens vroeg ging ik veel met D. de Jong naar de markt in Purmerend met mestkuikens. Dat waren kui kens van 6 welcen oud, die werden verkocht voor de slacht. Hij kon zelf geen autorijden, dus dat moest ik dan doen. -68.- Grietje met Wolf.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2000 | | pagina 8