Anttie en Geertje Kruisveld
Jannie Provily
Hendrik Kruisveld en Antje Zipp.
Dat was vroeger in de Groote Keeten een
begrip.
Het waren mijn moeder en vader.
En niemand stond mij in het leven nader.
Moeder vrolijk en lachend Edammer kaasjes
makend,
Vader oppassen dat de slootjes niet droog
raken.
Want dat was toentertijd een groot probleem.
Je vroeg je soms af, waar zijn nu de kalven
weer heen.
Zodoende was het hebben van een waterbe-
maling een grote vraag.
Maar de landgebruilcers waren bang voor hun
centjes en reageerden maar traag.
Vader heeft daar veel van zijn tijd en geduld
aan gewijd.
Wij wel eens mopperen, voor ons heeft hij
geen tijd.
Maar achteraf bekeken, wat waren 't een
reuze mensen,
Je kon je toch geen betere vader en moeder
wensen.
Hun nakomelingen willen hen nu in een bij
eenkomst nog eens gedenken.
Nu maar zien hoeveel klein- en achterklein
kinderen daar aandacht aan schenken.
Maar zij die daar nu aanwezig zijn, groot of
lclein, neef of nicht.
Doe als Hendrik en Antje en doe je plicht.
Wij: Zus, Gu en ik, zijn geboren op 't boerde
rijtje aan de Schinlceldijk. Van 't Zand af, het
eerste links. Toen ilc 5 jaar was gingen wij ver
huizen naar de boerderij aan de Voorweg. Ik
weet nog hoe Zus en ik achter de wagens aan
liepen met de geit. Ik ben erg dankbaar op 't
boerenland te zijn geboren, dierenvriend als
ik ben. Wij hadden een mooie jeugd aan de
Voorweg. Zo'n gezelschap aan elkaar en een
moeder met een goed humeur. Vader was erg
streng maar op zijn manier hield hij veel van
ons, begreep ik pas later. Driejaar na Guurtje
is broer Piet geboren. Ilc kan mij de wieg nog
herinneren, hij kon schommelen en had
groene gordijntjes. De schooljaren vond ik
erg moeilijk. Ilc kon slecht slapen, maar men
ging toen haast nooit naar de dokter. Naar
school was 't een uur lopen, zomers een
pracht, 's winters met vorst een erge reis.
Acht jaar na broer Piet werd Koosje geboren.
Moedertje werd ziek en ik wist me geen raad,
moeder was m'n alles. Zus was zo dapper, ze
zat als 'n vrouwtje bij moeders bed. Een ver
pleegster uit Amsterdam kwam bij ons in
huis. Ilc weet nog dat zij tegen vader zei: "Die
kinderen geen koffie geven, ze moeten melk
bij hun brood." 't Kleine zusje vond ik een
pracht.
Ter nagedachtenis aan hun ouders zetten de kinderen van het echtpaar Kruisveld hun jeugdherin
neringen op papier. Het onderstaande is van hun oudste dochter Anne Jimmink-Kruisveld,
geschreven op 22 april 1983. Zij was toen 92 jaar en woonde in huize 'Buitenveld' in Julianadorp.
De tweede dochter van het echtpaar Kruisveld, Geertje, schreef ook in 1983 het volgende over haar jeugd.
V.l.n.r.: Anna (1891-1989),
Geertje 1893-1989)
Guurtje (1896-1996),
-42. -