Nic Kossen herinnert zich.. deel 2 De zaterdagmiddag en zondagmorgen was altijd gezellig, want dan kwamen de scheerklanten en dan werd het nieuws bepraat. Zo ook een keer toen Dirk Tamis kwam, die stond niet zo best aangeschreven, want hij mikte het niet zo nauw. Hij had een damesfiets te koop en Vader kocht hem voor 5 gulden. De volgende dag kwam de politie, want de fiets was gestolen. De fiets werd prompt in beslag genomen en Vader was zijn geld kwijt. Nou zou je denken, Tamis komt niet meer, maar vergeet het maar. Hij mocht drie weken zitten en de vierde week kwam hij weer te scheren. Hij zei tegen Vader: "Nou Arie, dat is niet zo best gegaan, maar ik maak het wel weer goed. Ilc heb net een nieuwe hoed en als hij jou past, neem jij hem maar, dan dooit het alvast wat af. Deze is niet gestolen, want hij komt van de directeur van de gevangenis. Toen m'n 3 weken erop zaten, moest ilc bij hem komen en beloven, dat ik beter zou oppassen. Dat heb ik toen beloofd. Ilc kwam in de gang en aan de kapstok hing deze hoed. Nou toen heb ik hem maar opgezet en als hij jou nou past, dan hou je hem maar, dan verrekenen wij het wel met de fiets." Ilc was de kleinste van de school, maar kon toch wel behoorlijk leren. We hadden een hele beste meester, maar hij was wel streng. Tussen de middag waren wij vaak aan het strand en dan kwamen we veel met natte voe ten op school. Ook waren wij vaak aan het mosselen koken op het strand. Dan zochten we een oude bus, graafden een kuil in het zand, wat hout en dan een vuurtje stoken. De bus vullen met zeewater en mosselen en dan maar eten. Moeder was erg zorgzaam voor me, hoewel ik daar wel eens veel te kort rekening mee heb gehouden, maar ja, dat ontdek je dan later. Dan denk je wel eens, dat had ik toch wel anders kunnen doen, want later heb je er spijt van, omdat ze zelf ook zo hulpbehoe vend was. We hadden het als het winter was ook altijd erg gezellig. Ilc had altijd veel kameraadjes. Dan gingen wij vaak kaarten. Vader kon niet best tegen zijn verlies. Dan had mijn moeder de grootste schik, want die zat meestal te haken met haar benen op een warme stoof. Woensdag- en zaterdagmiddag moest ik naar de gemeente Zijpe te venten met garen en band en handdoeken, kousen en sokken, mutsen en wanten, want die breide mijn vader dan op de breimachine en ook moest ik bestellingen wegbrengen. Vader ging dan weer met peterolie weg. Op een keer zaten er een stuk of zes scheerklanten en het liep een beetje uit de hand. Zo zat Arendje Kruit onder het mes en dan vroeg Vader of het mes scherp genoeg was. "Nou, Kossen het trekt wel een beetje," was het ant woord. Nou, ik zag het al aankomen, hij legde het mes neer, hij deed of hij een ander mes pakte, maar hij greep weer hetzelfde en hij vroeg: "Is deze beter?" "Ja hoor," zei Arend en toen zei Vader: "Als je nou nog eens zegt dat het niet goed is, dan snij ik je strot eraf." Arend vloog van de stoel af en ging half geschoren de deur uit. De volgende dag wist heel Callantsoog het. Nou wou Vader aldoor dat ik ook kapper werd en dan moest ik beginnen bij Pronlc, die had een kapperszaak in Schagen. Hij zei: "Dan moest je alvast maar beginnen om te helpen in te zepen." Nou, ik had er helemaal geen zin in, maar ja toch maar proberen. Een keer of wat ging dat goed, maar ik dacht, ik moet er toch vanaf. Ilc denk, weet je wat, ik zeep Hannes Vader (die was nogal dom) hele maal in, want die deed altijd zijn ogen dicht. - 22.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2000 | | pagina 2