den. Zij werd eveneens mishandeld: de schel ling voor slaapgeld moest terug en ze moest zeggen waar haar man zich verborg... De inwonende knecht Steven Luneman wist niet beter te doen dan 'de bende jenever te geven ten einde hen te vreden te stellen', maar dat heeft hen er niet van weerhouden - waarschijnlijk integendeel - het huis te plunderen. Schelling slaapgeld Juist die schelling zes stuivers) slaapgeld is de Vlamingen waarschijnlijk noodlottig geworden. Er was sprake van 'een bende van honderd of honderdvijftig arbeiders', maar juist deze Vlamingen waren, met uitzondering van de nog altijd voortvluchtige Pieter de Graaf, gearresteerd en in staat van beschuldi ging gesteld, juist omdat zij herkend waren. Klachten gegrond? In een brief van de gouverneur van de provin cie aan de schout van Den Helder van 22 juni 1817 staat dat 'al waren de klagten der werklie den gegrond', dergelijke plunderingen toch niet konden worden getolereerd. Natuurlijk niet. Maar dat de klachten van de poldergas ten - te lage lonen, te hoge prijzen - gerecht vaardigd waren, kunnen we zonder meer aannemen. Militaire wacht Uit een in het gemeentearchief aanwezige brief gedateerd 18 juni 1817 blijkt dat de schout was gevraagd 'onderwijlst eene behoorlij ke militaire wacht met scherp gewapend naar Kwelderbeek te willen zenden, teneinde verdere fei telijkheden te voorkomen Dat is blijkbaar gebeurd, want daags daarna bedankt de Inspecteur-Generaal voor de Waterstaat 'voor de prompte assistentie gisteren verleend tot dadelijke herstelling van de rust onder de werklieden der bedijking van het Koegras'. Maar het bleef onrustig. In een brief van 8 juli 1817 van de Officier van Justitie te Alkmaar wordt geschreven 'dat er wederom bewegingen aan het Koegras tusschen de arbeiders plaats gehad heeft en dat zelfs gepasseerde Zondag een keet van een Jood zoude geplunderd zijn geweest'. De schout van Zijpe riep zelfs de hulp in van de rustende schutterij Toen de schout op het Buitenveld aankwam bleek dat men had geweigerd te werken 'uit hoofde men hooger loon begeerde', maar de rust was inmiddels weergekeerd. Overigens niet omdat men hoger loon had gekregen, maar omdat door toedoen van J. Blanken de mili taire wacht in Den Helder was versterkt. Uitvaagsel? Hoewel de oorzaak van de ongeregeldheden dikwijls werd gezocht in de 'aard' van de pol dergasten, waarmee met name hun drank zucht werd bedoeld, was de schout van de Zijpe niet zo eenzijdig in zijn oordeel. In een brief (18 april 1822) naar aanleiding van onge regeldheden bij de aanleg van het Noord hollands Kanaal in de Zijpe, wijst hij er ener zijds op dat zich 'onder het werkvolk zoodanige bevinden, welke tot uitvaagsel der maatschappij behooren', maar 'dat ook aan den anderen kant alle reden tot ontevredenheid voorkomen'. Bij de ongeregeldheden in de zomer van 1817 krijgt men de indruk dat honderden ontevre den arbeiders terecht het werk hebben neer gelegd, maar dat een paar 'raddraaiers', die hun agressie op een onterechte wijze hadden afgereageerd, het gelag mochten betalen. Ongeregeldheden in mei 1824 Ook bij de verbreding van het Koegraskanaal tot Groot-Noord-Hollandsch Kanaal enkele jaren later, kwam het tot ongeregeldheden: '400 a 500 man liepen van het werk af en belettten de goedwilligen het werken'. Ook nu weer is de oorzaak de slechte beloning. Volgens garnizoenscommandant De Wolff was er op 14 mei behalve de eerder gestuurde eenheden (drie officieren, zestig onderofficie ren en manschappen), nog een eenheid (één officier, twintig manschappen) nodig om zo'n 150 niet-werkwilligen te verjagen en hun tijdelijke behuizing te vernietigen. Van de verjaagden zijn er nog weer elf teruggeko men 'om die welke reeds aan het werk waren tot oproer aan te hitsen'. Van deze elf zijn er ten slotte vier veroordeeld. Om dit stuk over de Vlaamse relschoppers te kunnen schrijven heeft de heer Bremer o.a. geraadpleegd: H. Schoorl, Zeshonderd jaar water en land. V. Vrooland en J. Sprenger, Dit zijn mijn beren! J. Belonje, Het Koegras. Brieven in het Rijksarchief te Haarlem betref fende: de aanleg van het Noord-Hollandsch Kanaal. - 10.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2000 | | pagina 12