Prachtig was dat! Dat was een stuk barmhar tigheid! Mensen redden uit zee... Een voor beeld voor andere kustplaatsen, zei hij. Cor veegde met één haal de barmhartigheid van tafel door te zeggen, dat de Heren allemach tig veel voordeel van die boot hadden. Zijn nieuwe schuur puilde uit van de produlcten, die over zee werden aangevoerd. Van alles kwam daar uit: koffie, thee, suiker... En, als dominee soms een scheutje rum in de koffie wilde nemen? 't Is of de engeltjes op je tong piesen. En, voor dominee Opperdoes 't wist, zat hij aan de koffie met rum en werd 't ten slotte voor beiden een leuke avond. Cor bracht de dominee met een lantaarn naar huis. Februari 1746 Waar bleef de maandbrief in februari 1746? Het was toch uitdrukkelijk afgesproken dat er élke maand rapport zou worden uitge bracht? De laatste maandbrief van januari 1746 ligt op de schrijftafel van de heer Van Valkenburg en geeft aan dat bij meerderheid van stemmen tot schepenen waren gekozen: Pieter Sijmonsz (president-schepen), Jan Vos, Teunis 't Hart, Krijn de Jongh, Gerrit Jansz Weij, Rens Wezel en Cornelis Boombaar. De twee laatsten waren als 'nieuwaangekomene' beëdigd. Wat komt er in het Oogh van het rentmeesterschap terecht? Advocaat Jan Reeland uit Haarlem moet deze -voor de Heren belangrijke- functie dan maar op zich nemen, want schout van Duijsburg, die er provisioneel mee werd belast, heeft er geen kaas van gegeten. Of... misschien wel te veel kaas van gegeten. Die man blijkt een echte 'snoeper' te zijn. Ja, ja een vreemde opsnap per. Hij moet eens flink aan de tand worden gevoeld, want de zaken worden niet meer zo goed behartigd dan voorheen. Cristina van Vleuten zit in de hoge schouten- bank tegen de noordmuur van het kerkje. Ze kan het, onder het gebed, niet laten naar de vrouwen voor haar te kijken. Wat een eerbied gaat er uit van deze rustige, stoere vrouwen die steeds maar blijven strijden om 't harde bestaan op dat schamele stukje grond achter die smalle duinenrug. Strijden. Dit dorp, deze gemeenschap zal 't nooit opgeven. Dat juist valt Cristina in Cornelis zo tegen. Cor vecht niet meer. Cor bidt niet meer. Cor is al een half jaar niet meer ter kerke geweest. Sinds de beide Heren 't Oogh bezochten en aan advocaat Jan Reeland uit Haarlem het rentmeesterschap opdroegen, geeft Cor er de brui aan. 's Avonds laat zit ie of bij Jan Muller of bij die nieuwe dokter Wollcendorf. Joost mag weten waar ie verder nog uithangt. Meestal is hij dan niet meer helemaal nuchter en soms zit ie tot 's avonds laat te lallen en te zingen in die stinkende gelagkamer, dat 't niet mooi meer is. En dan die kwestie met die Neeltje Kleijn. Was dat wel zuivere koffie? Cristina begrijpt haar man niet meer. Ze heeft nog de hulp van dominee Opperdoes ingeroepen. Domi nee heeft hen opgezocht, maar het gesprek ging niet erg diep. Veel aanknopingspunten hebben ze ook niet. Toen had dominee hem geprezen over zijn 'werken' voor een boot. Arm in arm gingen ze, zingende over de Buurt... 't Verhaal was als een lopend vuurtje door dorp en buurtschap gegaan. Sommigen had den zich op de dijen geslagen van 't lachen. Anderen hadden ernstig en meewarig 't hoofd geschud. En meester Stippel was 's avonds bij de schout geweest om te zeggen dat het meer dan schande was en een slecht voorbeeld voor de jongelui. 't Is de avond van de 11e augustus 1746. Schout van Duijsburg zit in zijn kamer. Het is een zware dag voor hem geweest. De Haarlemse advocaat Jan Reeland is hem als rentmeester van de Heren op zijn nek gescho ven. De Heren zeiden, dat deze functie voor de schout provisioneel was geweest. Het was inderdaad een heel belangrijke functie, want - 71. -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1999 | | pagina 11