gebruik genomen door het gezin de Jager, dat
feitelijk in Schagen woonde maar in de
zomermaanden in Callantsoog verbleef waar
dan ook de kinderen Leo en Guurtje "op
school liepen".
Het merendeel van het pensiongebeuren
kwam neer op mevrouw de Jager omdat haar
man vaak op reis was. Zij had een kookster en
een serveerster tot haar beschikking. Leo en
Guurtje herinneren zich Corrie Mooij (van
Jaap Mooij), Jopie ten Boekei (van de boerde
rij, Dorpsweg 34) en Diet Vos (echtgenote van
wijlen Klaas Baken). Gekookt werd op een
lcolenfornuis voor plm. 30 gasten, waarvan de
meesten met de trein en bus naar Callants
oog kwamen; de busdienst Schagen-Callants-
oog-Den Helder werd toen nog verzorgd door
Jaap van Scheijen uit Groote Keeten. Een
enthousiaste bezigheid, aldus Leo, van som
mige gasten was het vissen op garnalen, die
ze dan meebrachten naar het pension.
Mevrouw was zo goed deze te koken en ook
nog te pellen. Maar omdat dat te vaak dreig
de te gebeuren zei ze op een gegeven
moment: "Ik kook ze wel, maar je pelt ze zelf
maar". Nou, dat was dan ook geen probleem
en onder het genot van een drankje op het
terrasje achter het pension werden de garna
len met smaak verorberd.
De naam "Seinpost" voor het pension werd
gekozen vanwege het naast gelegen hoge
duin, ook zo genoemd, hetwelk diende als
baken voor de scheepvaart en waarop als dat
nodig was een vuur werd gestookt. Familie de
Jager exploiteerde het pension tot na de
zomer van 1939, toen het werd gevorderd ten
behoeve van de legering van Nederlandse
militairen, en waarna in 1940 de Duitse
Wehrmacht volgde. In 1939 vond ook de ver
koop van het pension met omliggend wei
land plaats aan Johannes H.G. Hofstee,
accountant te Utrecht en Wilhelmina M.
Hartog, gymlerares te Zaandam; deze laatste
en mevrouw Hofstee waren zusters van de
eerste echtgenote, reeds jong overleden, van
de heer de Jager. Wilhelmina liet op de
omliggende grond een zomerhuisje bouwen
dat aanvankelijk de "Treincoupé" werd
genoemd vanwege de ronde dakvorm maar
dat later de naam "Inverdan" kreeg, en werd
tijdens de Duitse bezetting gebruikt voor
"vermaak" van Duitse militairen.
Mede als gevolg van de ontruiming van het
dorp in 1942, op last van de bezetter, naar
"Hollywood" aan de Oosterweg bleek er na de
bevrijding in 1945 veel kapot te zijn en veel
inboedel en sanitaire voorzieningen verdwe
nen, compleet uitgewoond. Noch de familie
Hofstee, noch de familie de Jager, deze laatste
om gezondheidsredenen, waren toen meer in
staat het pension voort te zetten.
Het plotselinge overlijden in 1938 van lap-
piespoep Jan Brouwer, waarover eerder in de
"Cloclc" werd geschreven, bracht in 1945,
maar eigenlijk al in 1939, vanuit Friesland
een nieuwe poep naar Callantsoog, nl. Kees
van Eclc. In afwachting van het gereedkomen
van een door hem te starten manufacturen
zaak aan het Dorpsplein kon hij toen een
kamer in "Seinpost" betrekken en had hij op
de bovenverdieping een ruimte voor opslag
van textielgoed. Van het voormalige winkel
gedeelte gebruikte hij één raam als etalage
voor uitstalling van enig textielgoed. Per fiets
ventte hij het spul dan in het dorp en wijde
omgeving uit.
Het was duidelijk dat er met "Seinpost" iets
moest gebeuren, of in ere hersteld als pen
sion of iets anders. Nu waren de familie de
Jager en Wilhelmina Hartog bevriend met de
fam. Hoiting die een boerderij bezat aan de
Jewelweg (thans W. Van Egmond) en in de
stolp ook kamers verhuurde aan zomergas
ten.
Mevrouw Hartog tipte de heer Hoiting over
het voornemen het pension te verkopen en
vroeg of het misschien iets voor hem was.
1938. Mevr. de Jager in witte jasschort
-43.-