Bakkers in C Bakkers in G roote Keeten De boer-bakker was Joris Baken. Hij had geen opvolger en deed de zaak over aan Bas en Gert van Delft. In 1923 verbrandde de boerde rij. Mijn vader vertelde dat toen de brand geblust was, de oven geen schade had gele den. Toen de ovendeur werd opengemaakt bleken de broden die erin lagen, zo verkocht te kunnen worden. Ze smaakten alleen wat rokerig. Er kwam een nieuw gebouw voor rekening van Piet Slijkerman. Een groot L-vor- mig pand met bakkerij, winkel en 2 woonge deelten. Op 21 maart 1932 verbrandde het maar 9 jaar oude pand onder verdachte omstandigheden. Slijkerman ging daardoor failliet. Voor de volgende eigenaar, bakker Leguit uit Schagen kwam er nieuwbouw, dat een oppervlakte had van 158 m2. Het bouwen kostte 5570,55 en een halve cent. Jan Eikel werd bewoner-koude bakker. Eikel ging elke dag naar Schagen brood halen met de kette- kar en daar ventte hij ook mee. Dit was voor hem niet vol te houden en hij stopte er na een half jaar mee. Toon Brantenaar die bak kersknecht bij Leguit was, verhuisde met zijn vrouw Ma naar Callantsoog en werd vanaf 1934 bakker. Toon ging 3 jaar lang iedere dag naar Schagen om zelf brood te bakken en ventte dat dan meteen uit. Als hij zich ver sliep, zeiden ze daar "de brug stond zeker open". (Het geijkte smoesje van Callantsogers die naar Schagen moesten en te laat kwa men.) Toon moest voor die periode 10,00 per week huur aan Leguit betalen. De aange bouwde tweede woning bracht 2,50 per week op. In 1937 kregen zij zelf een oven en werden zij warme bakker. Toen het dorp werd geëvacueerd trokken ze bij de ouders van Ma in, die in Stroet woonden. Toon bakte daar bij de bakker zijn brood en bezocht met de fiets met een karretje erachter, zijn klanten door de hele Zijpe en die woonden wijd verspreid. Tot in Hollywood waar hij bij tante Geert van Wachendorff van Rijn een pak gist verdeelde, zodat de mensen daar zelf 2 broodjes konden bakken, of Toon nam het meel mee en bakte in Stroet voor zijn klanten brood. Precies drie jaar nadat zij uit Callantsoog vertrok ken, konden zij de brood- en banketzaak weer openen op 20 augustus 1945. Zij hielden het vol tot 1962 en besloten, ook omdat zij geen opvol ger hadden, er mee te stoppen. Daarna kocht Piet Dik de zaak van Leguit. Die bleef tot 1966 bakker, waarna Piet v.d. Ploeg eigenaar werd. Die is inmiddels opgevolgd door zijn zoon Peter, die sinds 1991 de zaak runt. Zijn opvolger was Jo Johannes en die hield het drie jaar vol. Hij bracht het brood ook het eerste jaar met de kettekar rond en daarna met een auto. Er kwamen ook andere bakkers venten, zoals de 'Coöperatie' en Brantenaar. Van beiden kwam de uitspraak dat de spoe ling dun was en je geen droog brood verdie nen kon. Ook kwam 2 x in de week bakker Konijn uit 't Zand, die bediende de katholie ke klanten. In Callantsoog waren dat de fami lies Worp en Van Honschooten. In 1948 probeerde Jan Oudenes zijn geluk en hij bleef tot 1953. Die ventte eerst ook met een kettekar en later met een bestelauto. Hij moest stoppen omdat hij bakkerseczeem kreeg. In 1953 nam Piet Dik de bakkerij over en ging zich ook toeleggen op gebak. Hij nam in 1962 de bakkerij van Toon en Ma Brante naar in Callantsoog over. Die hadden geen opvolger en waren ook de jongste niet meer. Na die tijd is er geen bakker meer en is het een gewoon woonhuis geworden. Jacob Vos Op 10 september 1874 verbrandde een rij van 15 huizen, waaronder de bakkerij. Er kwam een boerderij-bakkerij voor in de plaats in ongeveer 1876. voor de winkel 1953) De eerste bakker heette Shegekull (wanneer is niet meer te achterhalen). De volgende bakker was Jo Beun en die bleef tot 1945. Hij ventte met de kettekar. - 59. -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1999 | | pagina 19