Ja, ja, die Van der Mieden! Maar toch... De invloed van zo'n meester op de dorpsjeugd was zo groot, dat ook menig ouder de schandpaal 'mijdde als de pest'. Toen stond dat schandbord maar te vergaan daar op de Buurt. De scharnieren roestten. De enigen, die er gebruik van maakten, waren de kau wen en de meeuwen... Later dacht ook de heer J.C. van der Mieden iets genuanceerder over meester Maarten Jacobszoon Stippel, maar toen was hij ook wat ouder. En voor Van der Mieden was er niet veel reden meer om ergens 'hoovaar- digh' over te zijn... Aan 't Regthuys bevindt zich dan ook nog 'de Kaeclc'. Een soort pilaar aan de buitenkant. Behoorlijk verhoogd, goed zichtbaar voor iedereen met, goed verankerd in de buiten muur, ijzeren beugels en een stel handboeien met kettingen om de gedetineerde vast te klemmen. Vierentwintig uur 'op de kaeclc gestelt' was echt geen pretje. Vooral, wanneer 't behoorlijk vroor of wanneer er veel paar den met volle karren van 't hooiland waren getrokken... Paardevijgen waren prettige pro jectielen. Daarmee konden minder eerbied waardige burgers zich uitleven. Jongeren kon den hun energie kwijt. En 't werd nog toege staan ook. Soms zelfs toegejuicht... Alleen sinds Franse kappers, pardon coiffeurs, met lcrultangen en pruik uit het verre Frankrijk ook de Lage Landen bij de zee hebben over spoeld, is 'de Kaeclc' een beetje uit de tijd. Ze Icwamen niet alleen om de dames een extra hoog kapsel aan te prijzen, maar namen ook verlichte ideeën van 'vrijheid, gelijkheid en broederschap' mee. Die ideeën van zekere Franse heren mochten zich ook in de lage landen in een brede belangstelling verheu gen. Daarom werden de lijfstraffen in enigs zins gematigde en gewijzigde vorm toege past, zeer tot vreugde van 't geboefte. En iets van deze verlichte ideeën zal ook wel doorge drongen zijn tot het afgelegen dorpje Callantsoog, daar in de kop van Holland, aan de zee. Schout van Duijsburg had boer Neele Dirlc dus netjes voorzien van spijs en drank, dek king en ligging. Laat me nou die ondankbare boer op de 19de januari 1744 netjes gevlogen zijn... Ja en wel zó geraffineerd, daarvan had de valcman-uitbrelcer nog wel iets kunnen leren. Onverwacht kreeg de schout de tijding, dat voor het Regthuys een ladder stond en dat het venster boven de rechtlcamer open was. Nou, niet bepaald voor de frisse lucht, want 't vroor dat 't kraakte. Schout van Duijsburg begaf zich derwaarts, opende met een grote sleutel de voordeur... en wat schetst zijn verbazing... Hij schrijft er zelf dit van: "in het vooreinde zat in de vloer een gat, komende onder uit de gevange nis. geheele borst van dien illustre schoolvoogd, d' welke hem door den heer praedicant (dat was ds. Opperdoes) is aangedaan, in behoorlijke ordre geplooyt, geaccompagneert met een rijkelijk gepoe derde paruijck, strekkende dit alles tot een praepo- ratoir voorbereiding) om bij nader aankomst van de Heeren, zijn half eerwaardigh persoon in deeze galakleederen te vertonen alzo hij ontwijffel- baar vaststaat daartoe, bij serieuse Resolutie van de Heeren gelast te zijn. De hovaardije dogh is van een schoolvosje soo min af te scheijden als de scha duw van onse onvervalst pleysieren, blijff ik als te voor en, enz..." Re deed de deur van de gevangenis open: er was geen gevangene meer, maar wel een hoop zand en steenen. De gevangene is onder de drumpel van de deur doorgegraven tot in het vooreijnde van het Regthuys, is de trap opgegaan en langs de klaar staande ladder naar beneden gegaan. Het moet in de nagt geweest zijn, want ik had hem om 9 uuren nog eeten besorgt. Ik deed daarna mijn devoir omme spoor van hem te krijgen en hebbe des nagts al op Abbestee (evenals andere) omgesworven, alwaar hij een broer heeft wonen, sonder iets te ver nemen, dogh hebbe eenige lugt dat hij tot Petten wel mogte weesen. Heb ik voornemen eens des nagts in stilte naar Petten te gaan en hebben goede - 51.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1999 | | pagina 11