zien en toch veel vermoedens opwekken.
Haar kirrende, uitdagende lach...
Geen wonder, dat Neele Dirk, die boerenjon
gen er intrapte die avond in januari 1744. Hij
had met de bode, Dirk Kieft, nog wat bij 't
vuur in de herberg gezeten. Ze hadden elkaar
alsnog een goed Nieuwjaar toegedronken. En
nog eens... En nog eens... Toen, om negen uur
in de avond (Muller, de herbergier, wilde de
schout niet aan zijn deur hebben) moesten ze
vertrekken: de tap ging toe, zei hij. Buiten
gierde een ijskoude wind over de Buurt. Dirk
Kieft was in een slechte stemming. Ze hadden
daar binnen ook zitten gokken. Dirlc had bar
veul verloren en die stomme boer had de dui
ten maar opgestreken. Afijn, ze rolden beiden
de deur uit, Dirk Kieft en boer Neele, daarbij
geholpen door Jan Muller, de herbergier, die
hun ieder een duwtje onder 't gat gaf. Nou, 't
was of de duvel ermee speulde... Daar zet me
die donkere Ariaantje haar deur, neffens de
herberg, wijd open. Boer Neele, die docht dat
de herbergier hem barmhartigheid bewees,
schiet met zijn dronken kop die verlichte ope
ning weer in... De deur werd achter hem
gesloten en Ariaantje troonde haar prooi mee
te bedde. Misschien was de afwezigheid van
Theunis Muller haar te machtig geworden...
De man was immers bij vonnis van 20 sep
tember 1743 tot levenslange verbanning ver
oordeeld! Dat was nog altijd het staartje van
die kwestie met de vorige Baljuw-Schout, Jan
Harge. Zijn eigen zwager had hem dat gele
verd.
Misschien leed Ariaantje Muller, dat vurige
wijfie, meer onder de afwezigheid van Theu
nis, dan hij zelf. Vooral in deze weken van
Kersemis en Nieuwjaar vond ze 't maar bar
eenzaam in den huize. En, ziedaar: ze kan
het Nieuwjaar beginnen met een arme lcerel,
die ontferming nodig heeft, iets uit haar
grote liefdevolle hart te schenken. Ze zal
beginnen met 't hem naar de zin te maken.
Een warm holletje in een warm nestje... Dat
is al 't minste wat ze hem geven kan. Enne...
misschien heeft hij ook nog wat in de beurs
overgehouden? Nachtlogies hoeft toch niet
voor niets te worden verschaft. En, zo rust
boer Neele in de stevige liefdevolle armen
van Ariaantje Muller. Beiden genieten een
goede gezondheid. Nou, dan weten we het
verder wel.
Maar, midden in de nacht wordt de geplukte
haan zeer beslist de straat, of liever de Buurt,
opgegooid. Ariaantje wil geen geduvel met de
schout. Ze sluit resoluut de deur voor de lal
lende, schreeuwerige Neele. Ze heeft hem
werkelijk netjes behandeld. Ze maakte in de
vroege morgen 't vuur weer aan, zette koffie
en sneed enkele sneden brood, belegde ze
bovendien met lekkere, scherpe schapekaas.
Daar wier die Neele Dirk prompt wakker van
Hij hees zich de broek over 't gat, geeuwde en
keek in de koude morgen van de 10de janu
ari, anno domini 1774. "Ge moet gauw naar
huis. De koeien motten worre gemolken... De scha-
pe..." "Jaat, jaat" maar hij bleef zitten.
Ook de schout werd erbij gehaald. En tien
minuten later hadden ze boer Neele, stevig
gekneveld, naar 't Regthuys gebracht. In 't
verbaal van 24 januari 1744 heet dat 'geappre-
henteert'. En dan kwamen er nog een paar
van die geleerde woorden voor in het maand
bericht aan de heer Van Valkenburg, 'geëxa-
mineert en scherp ondervraagt'. En juist
daarover was de heer Van Valkenburg niet erg
te spreken. "U had voorzichtiger gedaan u eerst
van behoorlijke informatie te voorzien en daarna
pas een appointement rechterlijke beschikking)
van apprehentie gevangenneming) te verzoeken
en eerst dan de apprehentie te doen, 't welk de
wegh is die altijt moet worden gehouden, ten
waare iemand op heeter daad wierde betrapt...
Doen niet veel moeite hem weer in apprehentie te
krijgen, want de criminele procedures zijn kostelijk
kostbaar), bedenkelijk en hatelijk, te minder
omdat de verklaring van Ariaantje Muller singu
lier eigenaardig) is."
Ja, wanc die Ariaantje Muller verklaarde bij
hoog en bij laag op 't Regthuys, dat de vieze
kerel haar woning was binnengedrongen met
zijn stomdronken kop en haar had willen
aanranden. Zij had gehoopt, dat ie nadat hij
'"t Nieuwe jaar is nog lank..." Toen deed zij 't
dan maar. Ze mieterde hem de Buurt op en
dee de deur in 't slot en hij schreeuwde als
een varken da'nie genog te vreten krijgt. Ze
schaamde zich. Werkelijk, de vlammen sloe
gen haar uit. Ze haalde Jan Muller, uit de her
berg, er bij. Die had meer van die akkefietjes
bij de hand gehad. Die probeerde de boer met
een zacht lijntje richting boerderij te krijgen.
De vent riep maar, dat ie platzak was. En dat
was ie ook!!! Jan Muller en schoonzus Ariaan
tje hadden hun werk voortreffelijk gedaan.
Toen ook Jan niet meer wist wat ie met die
koppige schapenfokker moest aanvangen,
wier Dirk Kieft, de bode zogezegd, erbij ge
haald. Die had hevige koppijn, ook al weer
een gevolg van het Nieuwe Jaar 1744.
-24.-