1457 - Opstand op 'Het Oog'
Van Hogendorp vermoord. Wim Lastdrager
Philips van Bourgondië (1419-1467) had geld nodig. Hij liet daartoe een bede omslaan. Met andere
woorden: Hij beval dat iedere stad of dorp een bepaalde som gelds aan hem moest betalen. Een
vorm van belasting dus.
Deze bede viel buiten de bemoeienis van de
Heer van 'het Oog', Reinoud van Brederode.
Philips liet de bede rechtstreeks innen. Thomas
van Hogendorp uit Haarlem met zijn assistent
Jacob van Alkemade en een knecht reisden het
Noorderkwartier af om het geld te incasseren.
Dat wekte veel wrevel en weerstand op. Zo ook
op het Oog.
Op hemelvaartsdag 1457 arriveerde Van Hogen
dorp op het Oog om de bijdrage van 16 schil
den* te innen. Terwijl hij in het schouthuis
wachtte, kwam het Ogergerecht ter be
raadslaging bijeen. Het gerucht over de te beta
len schatting bracht het eiland in opschudding.
De Ogers namen een vijandige houding aan.
Verscheidene malen waarschuwde de vrouw
van de schout voor de dreigende stemming.
Met Jacob van Allcemade vluchtte Van Hogen
dorp via de achterdeur van het schouthuis om
door de duinen en langs het Noordzeestrand te
ontsnappen. De knecht kreeg opdracht om met
een gehuurde wagen achterop te komen.
Met pieken, bogen en knotsen kwam een woe
dende menigte hem na. Van Hogendorp wierp
huik** en tabberd*** af, maar zijn maliën
kolder**** belette hem snel uit de voeten te
komen. De horde vermoordde hem, roofde kle
ding, geldtas en documenten en gebruikte het
naakte lijf als schietschijf.
De Ogers weigerden Jacob van Alkemade en de
knecht het lijk naar Haarlem te laten vervoeren
en begroeven Van Hogendorp drie dagen later
op het Oog. Ondanks herhaalde aandrang van
vrienden en familie werd herbegraving in
Haarlem door de Ogers geweigerd, tot op bevel
van Philips van Bourgondië de dode van het
Oog naar Haarlem werd overgebracht.
Het Ogergerecht beweerde dat de daders naar
zee waren gevlucht en men daarom niet tot
berechting kon overgaan. Bij nadering van een
hertogelijke strafexpeditie vluchtte het meren
deel van de mannelijke bevolking de zee op.
Ondanks ban en confiscatie van hun bezit ble
ven de daders zich op het Oog vertonen, terwijl
het Ogergerecht voorwendde hen niet te kun
nen achterhalen. De loop der gebeurtenissen
onthult, dat de Oger gemeenschap naar buiten
een sterk gesloten front vormde. Niemand wist
iets, niemand had iets gehoord. Het Oger
gerecht kon of wilde geen daders vinden.
Vooral op aandringen van de Haarlemse familie
van Van Hogendorp greep Philips van Bourgon
dië in 1461 in. Hij liet door militairen een ne
gental Ogers gevangennemen en in Den Haag
gijzelen.Zij bleven drie jaar in gevangenschap.
Na een gratieverzoek kreeg de Ogergemeen-
schap van Philips van Bourgondië de volgende
harde voorwaarden opgelegd: 700 Rijnse guldens
aan Philips, een zoengeld van 200 Rijnse guldens aan
de erven Van Hogendorp en... de getaxeerde gevange
niskosten aan de gevangenenbewaarder Martijn Ho-
gedans te betalen.
De erven Van Hogendorp tekenden tegen deze
uitspraak protest aan bij het Hof van Holland.
Zij achtten het misdrijf zo ernstig, dat het zoen
geld van 200 gulden niet in verhouding zou
staan tot de ernst van de moord.
Het Hof deed op 16 november 1464 uitspraak.
Het zag geen grond de beslissing van Philips te
betwisten en bekrachtigde het ontslag uit
gevangenschap van de negen Callantsogers, na
dat het zoengeld van 200 Rijnse guldens bij het
Hof was gedeponeerd.
±1450 A en B de dorpen op 't Oghe. Voor verdere ver
klaringen zie het boekje Wetenswaardigheden. Te
koop bij de V.V.V. en Leguit.
Schilden gouden munten in 1337 ingevoerd,
huik lange mantel met kap.
tabbert wijd tot op de voeten neerhangend
bovenkleed met wijde mouwen. Sinterklaas
heeft een tabbert aan.
maliënkolder Een soort harnas. Het is
samengesteld uit ijzeren ringetjes.
Gegevens ontleend aan het boek 't Oge van Henk Schoorl.
- 35. -