1913 zag mijn moeder Johanna het levens licht. Opa vertelde dat toen zij 14 dagen oud was, (zij woonden toen in een oud huis dat door drie gezinnen bewoond werd), de buur man een varken slachtte en daarbij de oven flink opstookte voor heet water. Door de wind waren de vlammen de schoorsteen inge slagen waardoor het hooi aan het schroeien ging. 's Nachts om 11 uur werden mijn opa en opoe wakker door geknetter. In hun nacht goed haastten zij zich naar buiten en wek ten de medebe woners. De keuken stortte al in. Samen hebben zij de koeien gered. Een koe raakte nog in de vaart, die wis ten zij met veel moeite te red den. Alles is toen verbrand. De naaste buren woonden kilometers verder. De vrouw stond al die tijd met de baby (mijn moeder) op haar arm, zij was daarna nog twee weken sprakeloos. Het was een vreselijke nacht. Zij gingen weer terug naar de ouderlijke boerderijdaarna betrokken zij een boerderij tje ver in het land, dichtbij de Goejan- verwellesluis. De grond was daar arm, dus was het slecht boeren. De school waar mijn moeder naar toe moest, lag een uur ver lopen in het dorp de Drie Bruggen, een tweelclassige school waar mees ter Kraai het hoofd was. Hij was een oude man en het onderwijs was maar matig. Toen opa's moeder stierf, liet zij ieder der kinderen elk achttien duizend gulden na, voor die tijd een enorm bedrag. Opa kocht in april 1921 zijn boerderijtje met 20 bunder grond aan de Uitlandseweg 1 in Callantsoog van Siemon Baken. Mijn opoe die hoogzwanger was, ging een week voor de ver huizing alvast naar Callantsoog. Opa volgde met zijn vee, op een trekschuit getrokken door twee mannen, via de Loosdrechtse plas sen. Mijn moeder was toen 8 jaar en weet nog precies dat zij in Amsterdam de nacht door brachten en dat zij door de patrijspoortjes al die lichtjes van die grote stad zag. Zij keek haar ogen uit. Aan de Stolpen werden de koeien uitgeladen. Het was een hele tocht geweest. Onderweg moesten de koeien gevoerd en gemolken wor den, wat niet meeviel. De koeien werden naar de boerderij gedre ven. Gelukkig werden de kinderen en wat huisraad opgehaald met paard en wagen door Siemon Baken. Daar aangekomen lag moeder te bed tot grote verbazing van mijn moeder. Dat was zij niet gewend. Daags daar na op 22 april werd zoon Teun geboren, met hulp van buurvrouw van Honschooten. In het begin was het heel erg wennen. Alles was anders. Bijvoorbeeld de stallen. De koeien stonden hier met het achterend naar de gang. In Zuid-Holland had je dubbele stallen en stonden de koeien met de kop naar de hoofdgang en achter de koeien liep nog een gang met een groep waar de mest inkwam. Ook de grond was hier armelijk, dus de opbrengst viel ook al niet mee. Het waren magere jaren. Ook voor mijn moeder was het in het begin moeilijk. Het onderwijs was hier een stuk verder, dus had zij een grote achter stand. Met hulp van juffrouw Brouwer en meester Smit werd dat snel ingehaald en kon zij goed meekomen. Jammer genoeg mocht zij niet doorleren en moest zij na de lagere school thuis op de boerderij helpen. Mis schien kwam dat ook wel, omdat zij op 5 sep tember 1926 nog haar broertje Gijs kreeg. - 19. - 1931 Opoe en Opa Oskam. johanna Rietvink-Oskam is overleden op 4 oktober 1998) In het begin ging alles nog met paarden.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1999 | | pagina 21