Want zegt het Hof: "De beschuldigingen werden beschouwd te bestaan uit onwaarheden of verdraaiin
gen van waarheden en daarom verklaart het Jan Harge voor onschuldig en spreekt hem vrij."
Alsjeblieft!
Van der Mieden schrijft in een haastig krabbeltje: "Dit sal voor de gemeenten van Callantsooge een
groot alarm baaren, daar elk nog zo wel geheugt hoe zij onder zijn (Harge's) directie het gehad hebben.
Het is onbegrijpelijk dat so veele saaken en beëdigde getuygenissen verworpen zijn. Ik kan daar met de
gedagten niet bij."
Het resultaat van deze vrijspraak?
Jan Harge verkrijgt bij civiele vordering beslag op de goederen van Van der Mieden voor gele
den schade. Theunis Muller wordt gearresteerd, eveneens gevangen gezet op de 'Voorpoort' in
Den Haag. Allert Abbestee verdrinkt zich. Maarten Mooij was inmiddels overleden. Jacob
Coren van der Mieden vluchtte. Op 21 juni 1743 was hij reeds 'ondergedoken'. Zijn vrouw,
Susanne Doublet, zal nu als Vrouwe van het Oogh zelf haar plaats moeten innemen.
De formele aanklacht tegen Jan Harge, die naderhand geheel onjuist bleek te zijn geweest,
luidde: "Zoveel schelmstukken had hij bedreven, dat het getal daarvan ontelbaar geworden soude zijn en
alsoo tot spieghel van anderen, tot straffe van sijn misdaden, ende tot bewaernisse van rust, vreede en
iegelijks recht, de justitie hem moest vervolgen."
Jan Harge is nooit meer door de Heren van het Oogh 'in zijne vorige bedieningen wederom
aangesteld'.
HET BORD IN DE CALLANTSOGER KERK EN JAN HARGE
Op 6 december 1740 werd Jan Harge op last van mr. Jacob Coren van der Mieden, Heer van
Callantsoog, in Alkmaar gearresteerd. Hij werd beschuldigd van afpersing 'in boeien geklonken
'Die kuil bevond zich onder het regthuis.
(ongeveer op de plaats waar nu (1998) de nieu
we Rabobank staat).
Jan Harge die naar de mening van vele
Callantsogers te veel macht had, nam zelf ont
slag als baljuw, schout en houtvester. Van der
Mieden slaagde erin Jan Harge ook te ont
slaan als secretaris en rentmeester. Maar
tevreden was Van der Mieden nog niet. Het
liefst zag hij de voormalige schout sterven.
Mogelijk uit dankbaarheid over de hulp van
vele Callantsogers bij het gedeeltelijk slagen
van zijn pogingen om Jan Harge te liquideren,
schonk hij en zijn vrouw aan de Callantsoger
gemeenschap een fraai wandbord. Hij noem
de het 'Callants-Oogh tot den Leeser' waarin hij
Callantsoog zijn eigen geschiedenis laat ver
tellen.
In 1741 werd het in de kerk boven de ingang
op de westmuur opgehangen. En daar hangt
het nu al 258 jaar.
Naschrift van de redactie
Na de gunstige uitslag hervatte Harge zijn werk als opziener. In 1746 inspecteerde, rapporteerde en karteerde hij tezamen met
zijn zwager Jan Wonder Muller de toestand van het Marsdiep. In 1751 vestigde het gezin Harge zich in Den Helder, waar Jan in
1757 op 54-jarige leeftijd en zijn vrouw Marytje in 1762 als 59-jarige overleed. Beiden zijn op het kerkhof van Huisduinen
begraven. Alleen de grafsteen van Marytje staat daar nog.
Wim Lastdrager
en op onmenselijke wijze behandeld. Vervolgens
werd hij opgesloten in een donkere kuil in de grond
met een luik als deksel
65