TABAKSTEELT IN OORLOGSTIJD 1942-1946 Jacob Vos Pzn. In 1942 brak er voor de rokers een moeilijke tijd aan. Het rantsoen tabak was nog maar 50 gram per bon per week. Mijn vader, een hartstochtelijk roker, besloot zelf tabak te gaan telen. Hij had zijn licht opgestoken in Druten om te weten wat hier kon groeien en hoe de planten behandeld moesten worden. In Druten bestelde hij tabaksplantjes en plantte die in de pasto- rietuin achter ons huis. (Dorpsplein 6) Mede door de goede verzorging groeiden de planten goed. Er waren er bij van bijna twee meter hoog. Net toen hij besloot te gaan 'oogsten', kwam het bericht dat wij ons dorp moesten verlaten. (Augustus 1942) Er volgde een complete volks verhuizing, want iedereen moest binnen 10 dagen zijn boeltje pakken en wegwezen. Alles wat niet aan 't huis vastzat, mocht worden meegenomen. Voor de meesten kwam dan óók nog de vraag waarheen? Voor enkelen kwam de oplossing in het gebouwde nooddorp 'Hollywood'. Anderen trokken bij familieleden in en mensen die bij de firma Daalder werkten, kregen een huis in Alkmaar. Wij gingen naar de overkant van 't Noordhollands kanaal in de Ruigeweg naar Oudesluis op 't erf van boer Bosman. Eerst op koestallen, later in de noodwoning 'Koetilang', die wij ook mochten meenemen uit Callantsoog. Er verstreken zo drie weken en mijn vader was benieuwd naar zijn tabak. Op een avond ging hij eens kijken naar zijn 'plantage' en trof daar een Duitse soldaat die bezig was de rijpe bladeren te plukken. Toen hem ver teld werd in echt Callantsoogs dialect dat die tabak niet van hem was, begreep de man het niet of..... wilde het niet begrijpen! Gevolg was wel, dat mijn vader de volgende dag met een karretje achter de fiets alle plan ten - rijp en groen - naar de Ruigeweg haalde. Op 't erf van onze noodwo ning stonden leegstaande kippenboeten en daar mocht hij zijn tabak laten drogen en rijpen. Hij was goed onderricht en zag al gauw welke bla den rijp waren. Op een dag stuurde hij een partij naar Druten om te laten fermenteren. Een maand later kwamen de bladeren keurig ver zorgd terug met de vermelding 'prima kwaliteit'. Aan de bladeren alleen had hij niets, dus ging hij naar sigarenmaker Bakker in Schagen. Die wilde ook niet geloven dat het 'eigen teelt' was, maar ging er een paar sigaren van maken. Toen bleek dat er een half doosje lucifers nodig was vóór een sigaar opgebrand was. Dat werd dus niks! Hij kreeg het adres van een tabalcshandel Goulce Geus uit Alkmaar en die gaf de raad: "Laat er kerftabak van snijden." Dus werd er door gebr. Smit uit 't Zand 15 pond bladeren naar Alkmaar gebracht. Een week later kwam er een pak met zeven pond terug. Ruim acht pond minder! Reclameren per telefoon of brief liep op niets uit, dus op een dag ging mijn vader op de fiets naar Alkmaar. Daar werd beweerd dat er zo veel afval bij had gezeten. Mijn vader vond dat hij bestolen was en ging dreigen met de politie. Het slot van het liedje was dat het verschil in der minne geschikt werd. En dat verschil was echte buitenlandse tabak! Ook bij ons tijdelijk onderkomen werden tabaksplanten gezet en met 't zelfde goede resul taat. Om zijn ervaring met anderen te delen kwam mijn vader op 't idee een club op te rich ten. In 't voorjaar van 1943 kwam een deskundige uit Druten voor een lezing naar 't Zand in zaal Schrielcen. Er was zoveel belangstelling voor, dat na afloop van de avond de club startte met ruim 40 leden. In 't vervolg werd gezamenlijk planten besteld en later verzonden voor fer mentatie. Dat deed de firma Pool uit Hoorn. De club werd lid van de landelijke bond en de leden kregen het maandblad 'De tabaks-amateur' toegestuurd. Na de bevrijding kwamen mijn ouders te wonen in 't Sterntje' aan de Dorpsweg 20. Al gauw stonden er achter het huis óók weer tabaksplanten. In de door mij gevonden aantekeningen van mijn vader vond ik woordelijk: "Op zekere dag kreeg ik de zending terug uit Druten, 1575 sigaren netjes verpakt in kistjes. Tot de laatste heb ik ze opgerookt, want deze wilden wel branden." Naschrift: Jammer dat ik niet meer heb kunnen vinden over de club amateurtelers. Ik had graag bijzonderheden over de teelt willen weten. Wat kostte b.v. zo'n plantje. Wel weet ik dat de meeste leden er shag of sigaretten van lieten maken. Zelf bezit ik nog volle sloffen sigaretten uit die tijd. Op de banderol staat: 20 sigaretten opc. 4 cent. Zo'n pakje ligt in de vitrine in de boerderij 'Tante Jaantje'. 20

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1998 | | pagina 20