Het eerste volledige bestek met de bijbehorende voorwaarden dateert van 1859. Dat is uitgege ven door het Provinciaal Bestuur van Noord-Holland. Rond 1900 werd Rijkswaterstaat de opdrachtgever. In 1990 ging het opdrachtgeven over naar het Hoogheemraadschap. Het duinbeplantingsbestelc uit 1859 was onderverdeeld in drie percelen: 1. Perceel op het eiland Texel. 2. Perceel van strandpaal 0 (Huisduinen) tot het noordeinde van het Paalschermwerlc van de Pettemer zeewering. Het bevat o.a. de Graaflijkheidsduinen en de Zanddijk langs het Koegras. 3. Perceel van het zuideinde van de Hondsbossche zeewering tot strandpaal 58. (Zand- voort) In het 2de perceel staan de hoeveelheden stro, helmpoten en rietschermen die betrekking hebben op Callantsoog. Van lcilometerpaal 8 tot 16 moest 120.000 vierkante el* met stroo en 95.000 vierkante el met helm worden beplant. Daarbij kwam ook nog 1000 el rietschutting. In de binnenduinen, waaronder de Zanddijk moest 180.000 vierkante el helm geplant worden. Er kwamen 3 poten per vierkante el. Ook moesten de 21 mijlpalen in het tweede perceel worden onderhouden. Over de aannemers van de bestekken wordt weinig vermeld. Na 1946 werden het voornamelijk de fa. Daalder en Kuiper/Leeuwenkamp die de plantwerlczaamheden uitvoerden. Rond 1960 stopte Daalder met beplantingswerk. Andere aannemers tot 1989 waren de fa. Zeelen, Kuipers uit Sassenheim, de A. C. Z. uit Werkendam en de laatste acht jaren de firma v. d. Lee uit Hagestein. Tot juni 1999 zal deze het werk blijven doen. JAPIE Nei een hele lange toid ziek weest te hewwen, was Japie's moeder toch nag sturven. Dat was vezelf heel erg voor Japie en z'n vader. Gelukkig weunde d'r een lieve tante bai hullie op de boerderai die altoid 't huishouen draaiende hield, dus dat gong gewoon zo deur. Japie z'n slcool sting in Callantsoog. Dat was vlak bai. Beroerd genog was deer kermis, 't Jochie had 'r al weke lang op vlast, maar nou kon ie d'r vezelf niet heen. Stiltjes zat ie in een hoelcie van de keuken. Z'n vrindjes gonge allegaar wel. "Pa," zee ie oplest heel benepen, "mag ik ok effies nei de kermis, heel effies maar?" "Nei meknecht, dat ken niet oor," verskoot vader, "dat geeft gien pas." 't Begrootte vader aars wel bar voor 'm oor en oplest zee ie toch: "Nou, gaan den maar eflces koilce, maar niet lang wegbloive oor. Hier heb je een paar kwartjes om wat te lcoupen." "O, dankie pa, dag oor pa!" En op een kwikkeltje gong ie nei 't durp. Hai was zo bloid as blik. Binnen een uurtje was ie alweer terug. En weer kwam ie mee anzette? Met een kloin rood begoniaatje. "Koik 's pa, dut is voor moe, ze vond 't altoid zuldce pittige blompies. Zou ze deuze mooi vonden hewwe?" Vader knikte, prate kon ie niet en ie zocht gauw z'n zaddoelc... Wat opvalt in de oude bestekken in vergelijking met die van nu is dat de aannemer voor alle schades aansprakelijk was. Verder moet de aannemer een overdekt rijtuig beschikbaar stellen gedurende 22 dagen voor inspecties, opnemingen en strand- en duinmetingen. Ook wordt vermeld: dat de aannemer zijne werklieden met geene vreemde of verbo den muntspeciën mag betalen. Een el is een oude lengtemaat waarvoor de menselijke onderarm de grondslag vormde; thans alleen nog in de manufacturenhandel gebruikt en dan gesteld op 69 cm. Nel Rentenaar-Bakker 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1998 | | pagina 15