Piet Vader die aan de overkant van de Noordschinkeldijlc tegenover het brandspuithuisje
woon-de, was de man die verantwoordelijk was voor het ophalen van de brandspuit. Hij moest
na gewaarschuwd te zijn, eerst de paarden uit het land halen en die voor de kar spannen. Dan
de brandspuit erop en zo naar de desbetreffende brand.
De vergoeding daarvoor, man plus paard was 5,00 per keer. Op voorstel van het oudste raads
lid, ene Das, werd dat in de vergadering van 29-10-1918 gebracht op 10,00. Burgemeester
Lovink zei toen, dat dit de eerste keer was dat den Das meer geld wilde uitgeven zonder dat
erom gevraagd was.
Hoe het zo gekomen was, dat de brandspuit heel bij de kruising Oosterweg Noordschinkel -
dijk, vlakbij de hoeve Zwaardijk stond? Wel, door het volgende:
Toen er een brandspuit gekocht werd in 1909 moest de raad beslissen waar die gestald moest
worden.
Besloten werd: in het hart van de gemeente en bij een boer die over snelle paarden beschik
te, zodat men met de spuit bij elke brand in de gemeente even snel aanwezig kon zijn.
Dat dit besluit later betreurd werd, is begrijpelijk. Bij een brand in een dorpskern moetje er
heel snel bij zijn, wil je het brandende pand en tenminste de belendende percelen behouden.
't Spuithuisje onder aan de Noordschinkeldijlc. Het heeft hier van 1909 tot 1988 gestaan. Het heeft dienst
gedaan als huis voor de brandspuit, als gevangenis en als bergplaats voor allerlei spullen van de boer die
op de nabijgelegen hoeve 'Zwaardijk' woonde.
(Zie ook 'de Clock' jaargang 7, no. 1 en jaargang 9, no. 3 en 4).
HISTORISCHE BLADEN
Onze vereniging heeft een ruilabonnement met: Anna Paulowna, Den Helder, Hoorn,
Schagen, Terschelling, Texel, Wieringen en Zijpe.
Wie de bladen van deze historische verenigingen wil lenen, kan op zaterdagmorgen in de
boerderij 'Tante Jaantje' aan het Dorpsplein terecht.
19