Ik weet niet meer hoe ik uit het hotel gekomen ben. Het
puin lag hoog. Ik weet nog dat er een steile trap was.
Daarlangs moet ik naar beneden zijn gegaan, onder het
bloed zittend en in shocktoestand. Ik ben de weg opgelo
pen. Kameraden hebben me opgevangen en naar een ander
compagniesonderkomen gebracht. Daar verloor ik het
bewustzijn. Eenmaal weer bij kennis liet een legerarts me
naar Hoorn brengen.
Na mijn ontslag uit het ziekenhuis werd ik gelegerd in
Egmond aan Zee. Daar werden op het strand vlammenwer
pers geplaatst. Vanuit Egmond werd mijn compagnie naar
het zuiden van Nederland gedirigeerd. Niet lang daarna
was de oorlog over. Mei 1945.
De onderofficier is de kelder ingegaan. Naar wat hij daar
gedaan heeft, kan men slechts gissen.
Was hij zo dom om met de ontstekers van de mijnen te spe
len? Of heeft hij met opzet de explosie veroorzaakt? We zul
len het nooit zeker weten. Hoewel de boekhouding die
slecht bijgehouden was en de komende inspectie kunnen
factoren zijn geweest, die tot zijn wanhoopsdaad hebben
geleid. Want een slechte boekhouding voeren, kan degrada
tie betekenen en misschien ook nog straf.
Van het lichaam van de onderofficier zijn slechts stukjes
teruggevonden. Waar die zijn begraven is mij niet bekend.
Van de beide andere mensen is de assistent het huis uitge
slingerd en tegen een wagen van de organisatie Todt aange
smeten. Hij was op slag dood. De andere assistent, de 'bin-
nendienstkranlce', die met mij in het hospitaal opgenomen
werd, had slechts blauwe plekken.
Tot zover het enigszins bekorte verhaal van de heer Elsner.
Na de ontploffing is de ravage enorm. Het huis van Dirk Kuiper aan de Zeeweg is geheel weggevaagd en
de panden aan het Dorpsplein zijn zo zwaar beschadigd, dat ze gesloopt moeten worden. De foto's zijn
door Duitse soldaten gemaakt. De linkse vanuit de nog net niet gesloopte 'Groote Villa'.
23