Ilc heb boven dit verhaal de jaartallen 1935-1955 genoemd en ik laat het dan ook eindigen op
het moment dat de mechanisatie en de schaalvergroting in het boerenleven hun intrede
doen: het laatste paard werd verkocht, de tractor kwam en de melkmachine en het maaikneu-
zen en de hooibalen en niets was meer zoals het generaties lang was geweest!
Ilc was een kind, hoe kon ik weten
Tot 1969 hebben Adriaan en Grietje Raap met veel plezier op "Grietjes Hoeve' geboerd. Daarna
werd het bedrijf overgenomen door zoon Cees. Zelf hebben ze toen een huis aan de
Duinroosweg gekocht, waar zij vele fijne jaren hebben doorgebracht. Adriaan was nog heel
vaak op de boerderij te vinden, want dat was nog altijd zijn grootste hobby. Maar toch, zij wer
den wat ouder, het huis een beetje te groot en zo werd besloten in een bejaardenhuisje 'Op
Goeree' te gaan wonen. Dat gebeurde in december 1981.
Helaas kwam er een dag dat na een gelukkig huwelijksleven van 57 jaar, door het overlijden
van Adriaan een einde aan hun samenzijn kwam. Een hele slag voor de familie, maar vooral
voor Grietje. Het valt niet mee na zoveel jaren samen alleen verder te moeten. Ook daar pro
beert ze, ondanks haar handicap (slecht zien) het beste van te maken. Veel hulp heeft ze daar
bij van de kinderen en kleinkinderen, de buren en de kennissen. Daar is ze dankbaar voor.
MET PIET WIT, DE ZOON VAN DE SLAGER, DE WIJK IN. (±1950) deel 1
Zoals vele oud Callantsogers nog wel zullen weten, was mijn Vader, Simon Wit hier in de vijf
tiger jaren slager. Daarom reed ik in een vuurrode Fiat-toppolino-bestel door de wijk. Dat
hield in, dat ik in het begin van de week ging rondvragen. Van alle klanten werden de bestel
lingen genoteerd in het rondvragersboelcje. Ook de kruidenier en de bakker werkten zo. Aan
het eind van de week werden dan de bestellingen rondgebracht. Zo in de wijk hoorde en zag
je natuurlijk nogal wat, want overal kreeg je een bakkie koffie, tot het je oren uitkwam.
Zo gebeurde het dat ik kwam te rondvragen bij de familie Vel aan 'de Govers Kluft'. Vanaf de
dijk liep er een pad naar de
boerderij, dat in 't voorjaar
omzoomd was met een lint van
narcissen.
Herfstdag was dit pad nogal
drassig en met de fiets maakte
je daar dan behoorlijke sporen
in. Over deze sporen had Vel
herhaaldelijk geklaagd tegen
de postbode, genaamd Teun
Mooy, beter bekend als Teun
'de post'. Deze was echter Oost-
Indisch doof.
Maar langs dit pad liep ook via
een paal een ijzeren draad (de
lclerenlijn) die aan de keuken
vastzat.
Op die bewuste ochtend zat ik
bij de familie Vel aan een bak
kie, toen we werden opge
schrikt door gerammel aan die
lijn. Piet Vel keek uit het raam
en zei laconiek: "Teun de post
rait teugen de klerenlain op en lait
op de grond."
Vel Sr. merkte daarna laconiek
op: "Den is die voorlopig uitfietst
en uitluid!"
39