Aanvulling
De schepen konden door het Noordhollands Kanaal geen gebruik maken van hun zeilen.
Daarvoor was het kanaal te smal. Tot de komst van de stoomslepers werden de schepen voort
getrokken door paarden langs de zogenaamde jaagpaden aan weerskanten van het kanaal.
Op loopafstand van de paarden ontstonden de cafés.
Kleinere schepen werden ook wel door mensen getrokken.
Grote koopvaarders en linieschepen (oorlogsschepen) werden door 12 tot 24 paarden getrok
ken.
1820 Het gebied tussen Groote Keeten en Helder. Het Koegras.
Ingetekend onder andere de Nieuwe-Maritime-Weg en Kanaal.
In de duinen is aangegeven de plek waar de Engelsen en Russen in 1799 zijn geland.
1989 Westeinde
Literatuur:
Van Poldergasten en
Vlotbruggen.
De geschiedenis van
het Noordhollands
Kanaal.
Uitgave Rijkswater
staat..
32
