Hoewel het café Westeinde niet in de gemeente Caïlantsoog heeft gestaan, willen we de lezers de geschiede
nis van dit café niet onthouden. Het is geschreven door de oud-Callantsoger Piet Tromp.
KROEGENTOCHT
Het ontstaan van het café Westeinde langs het Noordhollands Kanaal.
Als de Franse bezetters zich in 1813 uit Nederland terugtrekken, laten ze een sterk verarmd
land achter. Na de Franse tijd werd Willem I koning der Nederlanden.
Een van de eerste pogingen van de kersverse monarchie om uit het economisch dal te kruipen
was de aanleg van het Noordhollands Kanaal. De steeds groter wordende zeeschepen zouden dan
een alternatief hebben voor de vrijwel onbevaarbaar geworden route over de Zuiderzee. Deze
verzandde namelijk voortdurend.
De voordelen van de nieuwe verbinding met de Noordzee waren duidelijk. De vaartijd van ten
minste 25 a 30 dagen over de Zuiderzee zou dan tot de helft bekort kunnen worden, waarmee
tegelijk de transportkosten zouden dalen.
Koning Willem I gelastte bij Koninklijk Besluit van 1817 dat een kanaal van Amsterdam naar
Den Helder moest worden aangelegd.
Hij liet de toenmalige, 65 jaar oude Inspecteur Generaal van Waterstaat, de heer Jan Blanken,
een ontwerp maken. Hij moest oolc leiding geven aan de uitvoering van de waterwerken. De
aanleg van het Groot Noordhollands Kanaal heeft geduurd van 1819 tot 1824 en was in 1825
geheel gereed.
Voor de aanleg van het circa 80 km lange kanaal, met een gemiddelde breedte van 37,65
meter en een diepte van 5,60 meter, werd gebruik gemaakt van reeds bestaande waterwegen.
Zoals het IJ, het Slochtermeer, de Purmerender- en Beemsterringvaart, het Alkmaardermeer,
de Allcmaarse grachten, de Koedijkervaart (van 't Zand naar Alkmaar) en het kanaal van 't
Zand naar Den Helder (Koegraslcanaal).
Al deze waterwegen werden, waar nodig, uitgediept, verbreed en aan elkaar geschakeld.
Het Noordhollands Kanaal was bevaarbaar voor schepen met afmetingen van 64 meter lengte,
14 meter breedte en een diepgang van 4,90 meter.
Voor het beheersen van het waterpeil was het nodig dat er sluizen werden gebouwd.
Voor het verkeer over het water heen zijn bruggen gebouwd. Verder zijn er pontveren
gemaakt.
Op een aantal plaatsen zijn bij deze oeververbindingen woongemeenschappen ontstaan. Bij
deze gemeenschappen werd ook meestal een woning met café gebouwd.
Deze cafés werden bezocht door scheepsbemanningen, voermannen van de trekpaarden, als
mede door de plaatselijke bevolking. Ook reizende personen maakten gebruik van het café
om te overnachten.
Bij de veerpont aan de westzijde van de Anna Paulownapolder werd 1893 een stenen huis met café
gebouwd. Dat kreeg de naam Westeinde. (Rechts op de tekening van C.J. Dral)
30