EEN BOERENFAMILIE 1935 -1955, deel 1
'De Tempel' en 'Grietjes Hoeve' Hans Raap
Dit verhaal is tot stand gekomen door een interview dat ik mijn ouders in 1990 afnam en aangvuld
met gegevens uit een interview doorjannie Provily-Rietvink met mijn moeder in 1995.
Al 25 jaar woon ik niet meer in Callantsoog. Toch heeft het dorp waar ik in 1947 werd geboren
nog steeds een warm plekje in mijn hart.
Als ik in de omgeving van Callantsoog fiets, valt mij op hoe het landschap sterk is veranderd.
Bollenland, bollenschuren en oprukkende recreatie- en nieuwbouwwijken hebben het aan
zien van mijn geboortegrond sterk veranderd. Onwillekeurig gaan mijn gedachten terug naar
hoe het ooit was. Een klein kustdorp met rondom duinen en weilanden. Het was boerenland.
In m'n verbeelding ga ik langs de Callantsoger buitenweggetjes en zie alle boerenbedrijven:
de Uitlandseweg met de boerderijen van Oskam, Hoogvorst, Nieuwland en Brak, de Zeeweg
met het bedrijf van Teun Mooij - 'Teun achter 't duintje' - de Jewelweg met de plaats van
C. Baken, later Beers en 'de Grietjes Hoeve' waar ik mijn jeugd doorbracht.
De Abbestederweg met het boerderijtje van Langereis
en wat verder de boerderijen van de families
Zeeman, Ambuul en Bij post.
Verder de Jewelpolder in. Langs de Abbestederweg de
boerderij van Jan van der Plas, 'de Blolcshoeve' waar
de familie G. Eriks woonde, de boerderij van Jaap en
Dieuw Baken - nu camping Tempelhof - en aan het
einde, waar de Abbestederweg met twee haakse
bochten overging in de Oosterweg 'de Tempel', de
plek waar ik ben geboren.
Vijftien boerderijen waren er, waarvan er thans geen
als zodanig meer in bedrijf is
Het boerenleven is sterk veranderd.
We schrijven 28 februari 1935. Op de dag van hun huwe
lijksvoltrekking in Schagen, vestigen mijn ouders Adriaan
C. Raap en Grietje Krap zich op 'de Tempel',
Abbestederweg B 14 te Callantsoog.
Vader was op 18 oktober 1907 geboren aan de
Balkweg in de Anna-Paulownapolder. Mijn grootou
ders hadden daar een klein boerenbedrijf.
Moeder was op 6 juli 1909 geboren als molenaars
dochter in Groenveld. Haar vader stierf reeds voor
haar geboorte.
Nadat mijn grootmoeder hertrouwde met vader
Dekker, die bedrijfsleider was op de boerderij van
P. Rezelman in de Zwinweg in de Anna-Paulowna
polder, woonden zij in de Oostpolder in een klein
café-, winkel- en tramhaltebedrijf aan de Kruisweg.
Daar beleefde mijn moeder als zevenjarig meisje de angstige ervaring van de watersnood in
1916.
Later woonden zij in de omgeving van Schagen op de boerderij 'Het Jaarsdorp', ook een boer
derij van de familie Rezelman.
Opoe Dekker leed aan een onbekende ziekte, waardoor zij langzamerhand verlamd raakte aan
benen en armen. Een proces van jaren, vele onderzoeken en behandelingen mochten niet
baten. Dat alles leidde er toe dat mijn moeder reeds op elfjarige leeftijd de verantwoording droeg voor het
reilen en zeilen van de huishouding.
Opa en Opoe Dekker waren door de periode waarin zij in de Anna-Paulownapolder woonden
goede bekenden van de familie Raap uit de Balgweg geworden. Zo kregen Adriaan en Grietje
verkering met elkaar.
Grietje Krap tussen haar broers Cor (r)
en Ger.
8