De kinderen Icwamen voor 2x3 weken met daar tussen twee weken om de boel voor de vol gende ploeg weer in orde te maken. De tweede groep kwam uit het Roergebied. Het kamp heette 'Anne Frank'. Het was een hele organisatie. Er waren echter nog twee problemen die eerst moesten worden opgelost. Zo was er maar één elektriciteitskabeltje, toen nog boven gronds, en één kraantje waar een beetje water uit kwam. De elektriciteit moest uit de Kruisweg komen en dat moest 80.000 kosten, wat voor die tijd een enorm bedrag was. Dus Ros naar het PEN waar het hem gelukte op een gunstiger voor waarde stroom te krijgen. Het werd een bedrag van 8000 in enen en de rest mocht in kleine re bedragen worden betaald. Ook voor water werd gezorgd. Omdat er toch waterleiding naar het Lutticlcduin moest worden aangelegd, kon er ook op de camping Ros voor voldoende waterdruk worden gezorgd. Omdat de kampleiding erg streng was, ondervonden de Callantsogers weinig overlast. Er was wat kattelcwaad en er verdwenen een paar melkkarretjes. De Fallcen bleven twee jaar komen. (1961, 1962) Daarna vond Ros het welletjes. Er Icwamen steeds meer vaste gasten. Ros wilde zijn kampeerterrein uitbreiden en vroeg een vergunning voor het hele terrein aan. Dat lukte, want de He-Ca-Zijweg die dwars door het terrein zou gaan, was van de baan. Er waren te veel bezwaarschriften ingediend. In die tijd moesten na de zomer alle caravans nog worden weggesleept. Een enorm karwei temeer omdat in het voorjaar alles weer terug moest. Dat was volgens een bepaling die alleen in de gemeente Callantsoog gold. Op vele andere plaatsen bleven de caravans gewoon het hele jaar staan. Ros ging de Burgemeester maar weer eens opzoeken en deed hem het volgende voorstel: Hij had nog een strook grond achter zijn kippenhokken van zo'n tachtig meter die de gemeen te had beplant met dennenboompjes. Ros zei: "Jullie kunnen die grond voor niet te veel geld van mij kopen, als ik de caravans niet elke keer moet wegslepen." Daar moest de Burgemeester even over nadenken. Hij wilde die grond graag hebben, maar dan wel tegen een heel lage prijs. Het planten van die bomen was namelijk erg duur geweest. "Dat kan wel zo wezen," was het antwoord van Ros, "maar ik heb die grond van Bremer gekocht, en is dus mijn eigendom. Maar ik ben bereid die te verkopen. Dan zet ik een bomensingel om het hele terrein. De caravans zijn dan uit zicht. En over het wegslepen praten we niet meer." Zo is het toen gebeurd. De camping werd steeds meer uitgebreid. Er Icwamen een paar attracties: schommels en een groot rad dat over de kop kon, levensgevaarlijk! Dat kostte wel een paar gebroken armpjes, maar voor er ergere dingen konden gebeuren, werd het rad omgeruild voor twee familie schommels. Er kwamen een paar attracties Ook kwam er een kleine campingwinkel en een kantine. Het bracht allemaal veel werk met zich mee. Maar de familie Ros had gelukkig een goede hulp aan Jan Kruit, die alles kon: zich ten, een zeis haren (het scherpen van de snijlcant van de zeis), wieden, snoeien, greppels schoonmaken, enz. enz. Een mannetje van precies op tijd zijn. Hij kwam op zijn achtenzestig ste en bleef tot aan zijn vijfentachtigste jaar. 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1997 | | pagina 19