OVER KAMPEERTERREINEN De heer C. Ros, afkomstig uit Lambertschaag, kocht in 1954 het boerenspulletje van het echt paar Bremer, dat zelf geen kinderen had. Pas getrouwd betrok het jonge echtpaar het boeren- bedrijfje. Het bestond uit een paar koetjes, één paard, kippen en wat varkens. Dat was eigen lijk te kort om van te bestaan, maar een goede bijverdienste was de in- en verkoop van varkens van ongeveer 200 pond voor de firma 'Bacon' in Engeland. Bij de Bremers werd er al gekampeerd in de stallen en op de zolder door padvinders en hun begeleiders en daar ging de familie Ros mee door. Nu was het zo, dat er op het land heel wat nollen (duintjes) met het mooiste zand lagen en Ros dacht dit wel voor een goede prijs te kunnen verkopen. Van Rijkswaterstaat kreeg hij daar voor een vergunning voor vier maanden. Hij verkocht het zand aan Arie Tuin uit 't Zand. Dat zand werd o.a. gebruikt voor het ophogen van de grond van de discotheek 'de Lantaern' van Nic Raven. Toen er nog één nol lag, was de vergunning afgelopen en kwam er iemand zeggen dat er gestopt moest worden. "Nou dat doen we dan toch," zei Ros. "Denk erom, ik kom af en toe kij ken," zei de man nog. Maar wat overdag niet kon, kon 's nachts wel, dus werd de nol hoe lan ger hoe kleiner. Dat viel natuurlijk wel op. "Dat komt," zei Ros, "het zand stuift weg, het waait hier altijd zo." Op het laatst moest Arie Tuin nog tien wagens zand hebben. Nou dat kon, maar dan wel 's avonds om 7 uur beginnen en de hele nacht doorrijden. Zodoende verdween de nol voor duur geld. Op een dag ging de boerenwerkman weg en ook de handel met varkens raakte over, omdat 'Bacon' contracten afgesloten had met slachterijen. Dus moest er wat anders gebeuren. Nou was het zo, dat als padvinders een paar tenten op wilden zetten, dat niet zomaar mocht. Dus nam Ros contact op met Burgemeester Correljé en vroeg een vergunning aan. Dat kwam de burgemeester goed uit, want hij wilde de verblijfsrecreatie in tenten en caravans buiten het dorp houden vanwege geluidsoverlast. Ros kreeg een vergunning voor de helft van zijn terrein, omdat er toen nog sprake was van de aanleg van de He-Ca-Zij weg. "Maar," zei de Burgemeester, "er is nog wat anders. Ik heb hier een aanvraag voor het opzetten van een jeugdkamp voor 1719 kinderen van de S.J.D. (Sozialistische Jugend Deutschlands 'Die Falken') uit Berlijn, in de leeftijd van 6 tot 18 jaar." "Stuur ze maar," zei Ros. En zo gebeurde het dat in 1961 (15 juli) in Callantsoog het eerste 'Falkenkamp' kwam. De Falken kwamen met twee extra treinen in Schagen aan en werden door de Naco met bus sen naar Callantsoog gebracht. Daar was het kamp al van te voren gereed gemaakt door mede werkers die alles wat voor zo'n groot kamp nodig was met vrachtwagens uit Berlijn hadden meegebracht. Er kwam een enorm tentenkamp met alle voorzieningen zoals: een eigen keu ken, telefooncentrale, toiletten, douches en wasgelegenheden. Er kwam een staf van perso neel mee, waaronder ziekenverzorgers en koks. De dorpsdokter Verheul had er een apart spreekuur. Als badmeester werd de Callantsoger Eduard Vos aangesteld. Alles stond onder lei ding van Ernst Fröbel. Jannie Provily-Rietvink Het ontstaan van camping 'de Nollen' aan de Westerweg. 18

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1997 | | pagina 18