Zo begon het keiharde werk van de jonggehuwden op de boerderij, een gemengd bedrijf dat met 18 hectaren een - voor die tijd - middelgroot bedrijf was. Alle boerderijen in de omgeving van Callantsoog waren gemengde bedrijven met een aantal stuks grootvee dat varieerde van 5 tot 25 en met bouwland waarop tarwe, haver, gerst, rogge, voederbieten, aardappelen en dui- venbonen werden verbouwd. En dan, net op het moment dat het economisch iets beter begon te gaan, pakten donkere wolken zich samen: Oorlogsdreiging! De Tweede Wereldoorlog berokkende mijn ouders weliswaar geen direct persoonlijk leed, maar werd door hen vooral ervaren als een donkere periode van grote zorgen en angst. Het was een stralende voorjaarsochtend, die 10de mei 1940. Na een onrustige nacht met veel vliegtuiglawaai maakte een bombardement op vliegveld 'de Kooy' duidelijk dat het menens was. Staande achter de boerderij en uitkijkend over het vlakke land van de polder Callantsoog en het Koegras was de aanval duidelijk te zien en te horen. Na die eerste schrik leek het aan vankelijk mee te vallen, maar heel geleidelijk aan begon het gewone dagelijkse leven steeds meer in het teken van de bezetting te staan. Al tijdens de mobilisatie-periode werden op het zeer ruime erf van 'de Tempel' in 'de S-bocht' een drietal barakken gebouwd. Twee van deze barakken deden dienst als onderko men voor vluchtelingen uit het met grote regelmaat gebombardeerde Den Helder. Ook in de grote zwartgeteerde houten boet achter de boerderij verbleven enige tijd Helderse vluchtelingen. Nog dreigender werd de situatie toen er een Duitse stelling met bunkers werd gebouwd in het Lutticlcduin. En dat alles slechts op een steenworp afstand. Inkwartiering van Duitse W77T 7 7, soldaten was onontkoombaar! Het was zomer, dus liepen de koeien m de wei en de koestal was schoongeschrobd en 'gewitteld'. Zoals overal in Noord-Holland gingen ook mijn ouders op 'het stalletje' wonen. Dat was aan de achterzijde van de boerderij. In de woonkamer werd in de zomer niet geleefd. Snel werd rechtsomkeerd gemaakt! Terug naar het voorhuis. "Anders zitten de Duitsers straks op onze mooie spullen en wij in de koestal," zo redeneerde mijn moeder. De soldaten kwamen en bleven! Ze woonden in 'het achterom'. Daar was een stookplaats, zodat er ook 's winters kon worden gewoond. Daar ontstond op een keer een gevaarlijke situatie toen de Duitsers de kachel roodgloeiend stookten, zodat het vuur in de schoorsteen trok! Mijn vader was woedend over hun onverantwoordelijk gedrag. Straks alles nog in brand! Gelukkig werd er op zulke momenten toch nog redelijk gereageerd. Zo ook nadat Duitse soldaten de jonge bou vier van mijn ouders doodschoten. Het lieve beest deed geen mens kwaad, maar had de gewoonte om blaffend mee te rennen als er iemand langs de weg ging. Hij blafte te hard naar hun zin Vader ging zijn beklag doen bij de Ortscommandant en de daders kregen een uitbrander. Groot was de schrik toen er tijdens een storm een luchtverdedigingsballon als een gigantisch monster over de landerijen op de boerderij afkwam. Die ballonnen moesten Londen beschermen tegen Duitse luchtaan- Adriaan met de hengst Athos. vallen. Bij storm raakten ze soms op drift. Ze konden dan behoorlijk schade aanrichten. Gelukkig ging de kolos tussen boerderij en schuur door en sloeg alleen de schutting aan flarden Gnetie met potlammeren. TT Wordt vervolgd. 10

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1997 | | pagina 10