Op de schoolfoto van 1922 staan de dochters in mooie witte jurken. Die waren niet gekocht bij de modezaak Schmalz in Schagen, maar zelf gemaakt van jurken die zij in een werkhuis had gekregen. Die werden speciaal voor de foto's en met de kermis gedragen. Toen de jongens 13 jaar werden, moesten ze ook gaan verdienen. Dat werd helmplanten en wieden in de bollenvelden van Philippo bij de Stolpen. De jonge Bouwen moest al gauw met zijn vader mee te helmplanten. Er was maar één fiets en de jongen reed staande op de step mee, want een bagagedrager ontbrak toen nog. Als de fiets stuk was, moesten ze lopende naar hun werk, soms wel voorbij 'de Kaap', bij paal 6. Op tijd weg, want voor te laat komen bestond geen excuus. Kees die later postbode werd in Callantsoog, is begonnen met vis venten voor Gert Baken. Ook de meisjes moesten al vroeg meeverdienen, want elke gulden was er één. Dochter Dieuw, nu 83 jaar, vertelde ons dat zij bij een boer te werk moest en daar ook mee moest helpen met melken. De boer zei: "Als je met melken schuim op de melk krijg, verdien je een gulden in de week meer." Nou er werd gemolken dat het een lieve lust was en na een week had ze een gulden extra verdiend. Zij trots natuurlijk en moeder blij. Zo zijn er nog vele dingen te vertellen. Na de oorlog kwam het gezin Jongkees in het huis aan de Dorpsweg no. 6 te wonen. Hij was de nieuwe postcommandant (politie). Zij hadden twee kinderen en hadden altijd in de stad gewoond. Reining liep bijna altijd 2 x per dag naar haar dochter in de Schoolstraat. Als ze dan mevr. Jongkees tegenkwam, werd er zoals gebruikelijk vriendelijk gegroet. Toen die groet ook na de derde lceer niet tot een wedergroet kwam, sprak zij de vinnige woorden: "Lilleke grooske hufter ken je je bek niet opendoen!" Met politie Jongkees, die wel snel ingeburgerd was, kwam na een gesprek met de buurvrouw alles in het reine. Er werd in het vervolg vriendelijk terugge groet door die 'grooske hufter' en zij werden goede buren. Reining leefde ook erg mee met het wel en wee in haar dorp. Het weghalen van de roeireddingsvlet was een doorn in haar oog. Het besluit van de K.N.Z.R.M. was ech ter onherroepelijk. Zo'n vlet was uit de tijd. Alleen het Wipper- toestel' bleef. Op de foto die genomen is op 10 maart 1955, staat een groepje dorpelingen te kijken naar de naderende 'Dorus Rijkers'. Deze zal de vlet wegslepen. V.l.n.r. Dirk Wittebol, Adriaan Vader, Aai Mooij, Gerrit Baken, Hendrik Kooger, Geertje van Twuyver, Reining van Thvuyver en Jan Vos. 65

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 1996 | | pagina 5